Ik ben de Alfa en de Oméga, de Eerste en de Laatste,
het Begin en het Einde. Zalig zijn, die hun gewaden wassen, opdat zij aanspraak krijgen op de Levensboom, en zij door de poorten ingaan in de stad. Buiten: de honden, en de tovenaars, en de hoeren, en de moordenaars, en de afgodendienaars, en een ieder, die de leugen liefheeft, en doet. Ik, Jezus, heb uitgezonden mijn engel, om jullie deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de stralende morgenster.