8

Vijfde brief: aan Sardes

Openbaring 3: 1 – 6

En aan de engel van de gemeente te Sardes schrijf: Zo spreekt, die de zeven geesten van God heeft en de zeven sterren:

Die overwint, die zal bekleed worden met wit gewaad. En nimmer zal ik zijn naam verwijderen uit het boek van het leven. En ik zal zijn naam belijden voor het aangezicht van mijn Vader en voor het aangezicht van zijn engelen. Wie oor heeft, hoor,
wat de Geest zegt tot de gemeenten.

Ik weet je werken, dat je de naam hebt, dat je leeft, en je bent dood.
Wordt wakker en versterk de levensrest, die op sterven ligt, want ik heb je werken niet volwaardig bevonden voor mijn God.

  Maar je hebt enige namen in Sardes, die hun gewaad niet bevlekt hebben.
En ze zullen met mij wandelen in witte gewaden, want zij zijn het waard.

Zo gedenk dan, hoe je het ontvangen hebt en vernomen hebt. En bewaar het, en verander je neiging! [Zie, ik kom als een dief! Zalig, die waakt en zijn gewaad bewaart, opdat hij niet naakt rondloopt en men ziet zijn blootheid.] Als je nu niet wakker wordt, kom ik als een dief. En niet weten zal je op welk uur ik over je kom.

En aan de engel van de gemeente te Sardes schrijf: Zo spreekt, die de zeven geesten van God heeft en de zeven sterren:

Ik weet je werken, dat je de naam hebt, dat je leeft, en je bent dood.
Wordt wakker en versterk de levensrest, die op sterven ligt, want ik heb je werken niet volwaardig bevonden voor mijn God.

Zo gedenk dan, hoe je het ontvangen hebt en vernomen hebt. En bewaar het, en verander je neiging! [Zie, ik kom als een dief! Zalig, die waakt en zijn gewaad bewaart, opdat hij niet naakt rondloopt en men ziet zijn blootheid.] Als je nu niet wakker wordt, kom ik als een dief. En niet weten zal je op welk uur ik over je kom.

  Maar je hebt enige namen in Sardes, die hun gewaad niet bevlekt hebben.
En ze zullen met mij wandelen in witte gewaden, want zij zijn het waard.

Die overwint, die zal bekleed worden met wit gewaad. En nimmer zal ik zijn naam verwijderen uit het boek van het leven. En ik zal zijn naam belijden voor het aangezicht van mijn Vader en voor het aangezicht van zijn engelen. Wie oor heeft, hoor,
wat de Geest zegt tot de gemeenten.

In de kunst

Openbaring 3: 1 – 6


Saint-Sever Beatus, 11de eeuw, 5e brief aan Sardis