Kees Zoeteman
De Apocalypse roept ieder mens op zich om te keren en weer de verbinding met de geest te vinden. Daar ligt het toekomstperspectief van mens en Aarde. De wereld van de geest is voor ons bewustzijn echter steeds verder achter een sluier verdwenen. De Apocalypse wil voor ons die sluier wegnemen zodat de verborgen schatten van de wereld van de geest weer openbaar kunnen worden. Het wegnemen van deze sluier is een kwestie van nieuwe zintuigen ontwikkelen om achter de sluier te kunnen ervaren. Ons verstand brengt ons niet op die weg maar wel ons bewustzijn dat over meer faculteiten beschikt dan alleen het denken. We beschikken ook over het vermogen om te voelen en te willen. Maar in ons denken zijn we het meest wakker. Daarom staan we aan de verleiding bloot om al onze kaarten op het abstracte denken te zetten.
Voor wie toch vanuit het denken zich een mening wil vormen over de boodschap van de Apocalypse zijn er veel aanmoedigingen om verder te zoeken. Hier zullen enkele voorbeelden worden gegeven. Niet dat ze een lezer zullen overtuigen, want daarvoor is de innerlijke ervaring veel essentiëler. Wel kunnen ze een open houding bij het lezen van de Apocalypse bevorderen. Het denken is op zich een goede toetssteen om onze mening over dingen te vormen en onwaarheden op te sporen. Maar we moeten tegelijk blijven openstaan voor andere kenwegen zodat onze kennis wordt tot wijsheid. De voorbeelden illustreren dat een wereldbeeld waarin de geest naast de stof een plaats heeft, helpt om open te staan voor de visie dat het leven zinvol is.
Sprookjes
We kloppen als mensheid onszelf graag op de borst wanneer we nieuwe ontdekkingen doen en technieken ontwikkelen die ons leven vergemakkelijken. Maar als we verder kijken, moeten we erkennen dat wat wij doen niet meer is dan het namaken van de geheimen die in de natuur zijn te vinden. Alle principes die we ontdekken waren er al. Wat wij met onze genius doen is de bestaande kennis en wijsheid in de natuur ont-dekken en toepassen. In die zin is de natuur een en al Apocalypse, die wacht om zich aan ons te openbaren. Een enkel voorbeeld illustreert dit. Het wiel is de verbeelding van de beweging die onze voeten maken als we rennen. De werking van onze stem wordt nagebootst door de luidspreker, de werking van ons oog door het beeldscherm. Een duikboot imiteert de vis, een vliegtuig de vogel en het internet het collectief onbewuste.
We gaan een stap verder als we ons afvragen of de natuurrijken bewust zijn gemaakt. Voor elk dingetje dat wij als mensen hebben gemaakt, voor elke schroef, stoel, tafel, auto en gebouw zijn scheppende mensen, designers, architecten in de weer geweest. Niets technisch om ons heen kon tot stand komen zonder een gedachte of idee van een ontwerper. Zou dat dan ook gelden voor alle natuurlijke wezens? We twijfelen daaraan omdat we de architecten van de natuurrijken niet met onze vijf zintuigen kunnen waarnemen. Maar in vroegere tijden, toen mensen nog helderziend en helderhorend waren, bestond deze twijfel niet. Restanten van dit weten bereiken ons nu nog als hun schaduwen in sprookjes en mythen. Misschien zit er meer waarheid in dan we nu geneigd zijn te geloven. Zie de sprookjes als aanmoedigingen om verder te zoeken.
Heeft vroeg overlijden zin?
Laten we vanuit het geestelijk perspectief dat de Apocalypse propageert eens kijken naar dingen die ons overkomen en die we geneigd zijn onrechtvaardig te vinden. ‘Als ik God was dan zou ik dit nooit laten gebeuren’, hoor je mensen wel eens zeggen ter rechtvaardiging waarom ze niet in een god of een geestelijke wereld geloven. Eén van dergelijke voorbeelden om verbolgen op God te zijn is het vroeg overlijden van een mens, een kind of jongvolwassene. Is zoiets verschrikkelijks dan vanuit geestelijk perspectief in een positieve zin te duiden?
Geestelijk gezien gaat een menselijke ziel niet verloren. De persoonlijkheid vergelijkt Rudolf Steiner met de vinger die in een vijver wordt gestoken. Als de vinger afsterft blijft de hand, die steeds in de geestelijke wereld verbleef, bestaan. Elke ervaring van de persoonlijkheid, hoe kort een leven ook duurde, wordt bewaard en verrijkt de geest van die mens op weg naar zijn of haar voltooiing. Als een mens in onze ogen ‘te’ vroeg overlijdt, kan dat voor de geest van die mens in kwestie minder dramatisch zijn dan voor ons als omstanders. Als we vanuit het geestelijke perspectief zouden kunnen kijken, kan een vroeg overlijden anders beoordeeld worden dan wij nu vaak doen vanuit de gedachte dat ieder mens ‘recht’ heeft op een gezond en gelukkig leven gedurende honderd jaar. Of een leven zinvol is kunnen we als niet-ingewijden niet beoordelen, omdat het ik, het geestelijke wezen achter de persoonlijkheid, niet in de beschouwing wordt meegenomen. Dit menselijk zelf doet ervaring op door elke incarnatie en daarmee kan elke incarnatie als zinvol worden gezien, hoe vroeg (of laat) iemand ook overlijdt of welke persoonlijkheid hij of zij ook had. Zie ook het korte bestaan als oproep om te zoeken naar het wezen dat achter deze persoon schuilgaat.
Zijn dieren gelijkwaardig aan mensen?
Dieren zijn bezig aan een opmars in onze waardering. Dat betreft vooral onze huisdieren, zoals onze honden en katten. Maar ook vinden steeds meer mensen dat er geen wilde dieren onnodig mogen worden afgeschoten en dat zij niet onnodig mogen lijden. Er komt bijvoorbeeld steeds heftiger verzet tegen het afschieten van door natuurbeheer als overtollig gekwalificeerde edelherten en Konik paarden in de Oostvaarderplassen (https://nos.nl/artikel/2321459-afschieten-edelherten-oostvaardersplassen-blijft-voorlopig-verboden.html). Ook misstanden in de dierhouderij (koeien, varkens, kippen e.d.) worden in Nederland steeds kritischer gevolgd door bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren. De gedachte dat dieren niet als dingen, die louter economische waarde produceren, moeten worden gezien, maar respect verdienen om wie ze zelf zijn, vindt steeds meer gehoor. Dat is geheel in lijn met een spirituele kijk op de betekenis van dieren (zie ook www.stichtingcorona.nl).
Charles Darwin wees erop dat dieren zijn te zien als onze voorlopers. Daar hoeft nog geen geestelijke interpretatie voor van stal gehaald te worden. Uit dat gezichtspunt verdienen dieren, en zeker zoogdieren die dicht bij ons staan, ons respect. Dieren hebben gevoel, net als wij mensen, al wordt daar niet altijd rekening mee gehouden omdat ze aan onze willekeur zijn overgeleverd. Dieren kunnen ons niet rechtstreeks dwingen om hen te respecteren en daar wordt vaak misbruik van gemaakt. We zijn dieren en ook planten en mineralen respect en dank verschuldigd omdat zij zich offeren in het mogelijk maken van ons leven. Een geestelijke kijk op het dier voegt aan argumenten van fatsoen nog een aantal extra redenen toe om dieren als gelijkwaardig te zien.
De belangrijkste reden is dat op geestelijk gebied dieren niet alleen als representanten van onze voorlopers kunnen worden gezien, maar als onze gelijken in een eerdere ontwikkelingsfase. Er is echter een onderscheid tussen het dierenrijk en mensenrijk ontstaan doordat dieren niet zoals wij een individueel ik hebben ontwikkeld. Dieren zoals leeuwen, paarden, varkens hebben een groeps-ik (zie voor een samenvatting van Rudolf Steiners lezingen op dit gebied mijn boek Gaiasofie, hoofdstukken 4 en 5). Een groeps-ik kan in zekere zin vergeleken worden met het gemeenschappelijke dat bezielend werkt op de supporters van een voetbalclub die een wedstrijd in een stadion volgen. Zij leven op gelijke manier mee met het wel en wee van hun club. De club bepaalt op zo’n moment hun identiteit. Zo heeft geestelijk gezien een diersoort ook een groeps-ik, dat het bewustzijn vormt van het geheel van de dieren van de soort. Het handelen van dit groeps-ik wordt zichtbaar in de bewegingen van een school vissen, een zwerm vogels of een kudde paarden. Er is nog een verschil tussen dieren en mensen. Het zelfbewustzijn van de mens is in het fysieke lichaam geïncarneerd, bij het dier is dit niet zo, het verblijft in de astrale of gevoelswereld. Als we ons bewustzijn kunnen verheffen tot de wereld van de imaginatie, waar de beelden van de Apocalypse ook zijn te vinden, dan kunnen we de groeps-ikken van de diersoorten ontmoeten. Konden we dat maar, dan zou het toebrengen van lijden aan dieren eerder achterwege blijven.
Alternatieve evolutietheorie
In het verlengde van voorgaande paragraaf kan er nog uitgebreider worden stilgestaan bij de evolutie van het leven op aarde, zowel wat betreft de oorsprong van de mens als onze toekomst. De aanmoediging om naar de wereld van de geest te zoeken kan hier gevonden worden in de ontwikkeling naar toenemende autonomie zoals deze door Arie Bos treffend is beschreven in hoofdstuk 2 van het rapport Regisseurs van gemanipuleerd leven ( https://www.stichtingcorona.nl/nieuws/regisseurs-van-gemanipuleerd-leven-op-zoek-naar-antwoorden-op-de-vraag-wat-bezielt-genetisch-gemodificeerde-dieren-en-planten/). Geestelijk gezien is de bron van evolutie in de etherische en hogere werelden gelegen en niet uitsluitend op een op toeval berustend selectieproces. In het hindoeïsme wordt dit verwoord in de tien incarnaties van Vishnu waarop in een aparte blog over Kalki, de ruiter op het witte paard, wordt ingegaan. In dat opzicht kunnen we stellen dat niet de mens uit de aap is voortgekomen maar juist andersom, de aap is een vroeg uit het geestelijke ontwikkelingspad van de mens in de stoffelijke sfeer gevallen levensvorm. De mens is dan ook meer dan een aap of een dier, door zijn geïndividualiseerde aard en zijn vermogen over zichzelf en over de zin van zijn bestaan na te denken. Zo kan hij op het spoor komen van zijn roeping om tot hoger bewustzijn te komen. Anderzijds spiegelen de dieren in hun eigenaardigheid eigenschappen die we in onszelf kunnen herkennen. Daarom kunnen we ons vaak gevoelsmatig met dieren verbinden en kunnen we van hen leren hun eenzijdigheid in onszelf te beheersen (zie bijvoorbeeld Leen Mees, 1984, Dieren zijn wat mensen hebben, Zeist: Vrij Geestesleven). Door onze omgang met hen kunnen we bewustzijn in hen wekken en als we hen mishandelen kunnen we ook karma oplopen. Alleen vanuit geestelijk inzicht zullen we dergelijke invloeden kunnen waarderen.
Poen de Wijs, Carnaval des animaux, 2012, bron: Facebook.com/PoendeWijs.painter/photos/poen-de-wijs-dutch-artist-1948-2014carnaval-des-animaux-1-introduction-carnival-/2574428092594444/
Zijn alle mensen wel gelijk?
Voor de wet zijn alle mensen gelijk. Mensen moeten ook gelijke kansen krijgen, bijvoorbeeld door goede scholing en gezondheidszorg. Maar kan geestelijk gezien het gelijk zijn van alle mensen wel worden beaamd? We zien, als we om ons heen kijken, niet alleen maar gelijke mensen. Sommigen zijn rijk, anderen arm. Sommigen zijn intelligent, ander minderbegaafd. Sommigen zijn fit en gezond, anderen zwak, ziek en misselijk. Dus in uiterlijk opzicht zien we dat mensen niet gelijk zijn maar verschillend. Dat voert ons naar het klassieke debat of de kwaliteiten van iemand worden bepaald door de natuur of de opvoeding. Vaak wordt gedacht dat als iemand maar een goede opvoeding krijgt het goed met deze mens zal gaan. Geestelijk gesproken is de situatie ingewikkelder, want niet ieder mensenkind begint op een gelijk niveau. En dan gaat het niet alleen om de opvoeding of het DNA dat iemand meekrijgt van zijn of haar ouders, maar ook om andere eigenschappen die uit het voor-geboortelijke meekomen. Denk daarbij aan het karma uit vorige levens dat volgens kosmische wetten om vereffening vraagt. Veel van de ervaringen in een leven zijn hierop terug te voeren. Bijvoorbeeld in de vorm van aanleg tot bepaalde ziekten, het hebben van begaafdheden en vormen van schoonheid, en het ontmoeten van specifieke personen waarmee iets kan worden uitgewerkt. De mens heeft een niet eenvoudig te doorgronden persoonlijkheid. Daar komt bij dat de ene mens wijzer kan zijn dan de ander omdat de een veel meer ervaring van vorige levens meedraagt dan de ander. De ene ziel zit als het ware nog op de kindercrèche en moet alles nog leren terwijl de ander al zijn diploma op een universiteit heeft gehaald en leeft om anderen te helpen. Beiden zien er uiterlijk uit als een mens, maar geestelijk zijn het heel verschillende zielen. We zijn gelijk in wat we kunnen worden en in de rechten en plichten die we hebben voor het voorzien in onze lichamelijke en sociale verzorging. Maar de ontwikkelingsfase van onze ziel wordt door onze individualiteit bepaald en daarin is ieder mens uniek. Wie ben ik, is de aanmoediging die hierin zit. Of zoals de oude mysterieschool het formuleerde bij de ingang: O mens, ken uzelf!
Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren
Het meest ultieme moment om stil te staan bij de geest naast de stof is bij een uitvaart. Ik herinner me nog goed toen mijn moeder werd begraven en de dominee, terwijl de kist in de grond afdaalde, met stemverheffing een hierbij gebruikelijke regel uit de Bijbel (Genesis 3: 19) voorlas: ‘Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.’ Ik kon het toen niet nalaten om daar mijn visie aan toe te voegen en riep: ‘Geest zij gij en tot geest zult gij wederkeren!’ Later hoorde ik dat koning Salomo iets van vergelijkbare strekking al had geschreven (Prediker 12:7): ‘…en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest wederkeert tot God die hem geschonken heeft…’. Het materialisme is diep in de kerkelijke rituelen doorgedrongen. De dominee was van mij geschrokken en kwam me later thuis opzoeken om te horen hoe ik hiertoe was gekomen. Dat wij een geest zijn die boven het lichaam uitgaat, is een geschenk dat we maar al te makkelijk dreigen te vergeten. We kunnen ons een leven zonder lichaam niet meer voorstellen. Terwijl we wel in een stoel kunnen wegdromen en in gedachten van alles kunnen beleven zonder dat we dat raar vinden. De wereld van de geest is vlakbij, we verblijven er elke nacht in. Wakker worden in onze slaap is een stap verwijderd van wakker zijn in ons dagelijkse leven. Die ene stap is wel een grote. Er ligt een afgrond tussen ons leven overdag en ons verblijven in de geestelijke wereld in de nacht. De afgrond van de bewusteloosheid. De Apocalypse wijst ons een aloude weg over die afgrond heen.
0 reacties