Astrid van Zon
Als ik mensen vertel dat ik me met de Apocalypse bezig houd, krijg ik regelmatig een reactie dat het zware kost is vanwege de wereldondergang waar het volgens hen over gaat of doordat zij associaties hebben en oude invullingen vanuit kerk en christendom. Zij willen er verre van blijven. Maar ook de mensen die zich er uit eigen keuze mee bezighouden, verzuchten vaak dat zij niet echt kunnen doordringen tot de inhoud, dat zij er voor hun gevoel buiten blijven staan. Dat komt misschien voort uit het gewicht dat dit laatste Bijbelboek heeft als inwijdingsboek. Rudolf Steiner noemt de Apocalypse een nieuw mysterie waarbij in tegenstelling tot eerdere mysteriestromen, de mens nu zelf het mysterie met het eigen ik kan opnemen en verwerken om zijn eigen wezen om te vormen. Maar niet zonder de kern van dit mysterie te ervaren: het sterven en de opstanding van Christus waardoor de mens zich met Christus en zijn hoger ik kan verbinden.
In de cursussen die Kees Zoeteman en ik geven, proberen we de inhoud zo aan te bieden dat deelnemers een eigen verbinding kunnen krijgen met de inhoud van de beelden uit de Apocalypse. Ook in de expositie ‘Tussen Tijd en Eeuwigheid’ eind 2023 bij de Iona Stichting met de beelden van Kees Zoeteman waren naast de mogelijkheid om de beelden te bekijken en het programma mee te maken een aantal dagen ingericht waar de bezoekers naast het verhaal van de kunstenaar een oefening konden ervaren.
Beelden in de Apocalypse
Wie als bezoeker in het statige pand van de Iona Stichting aan de Herengracht de ruimte waar de beelden stonden betrad, ontmoette als eerste De Mensenzoon, een toekomstbeeld van de mens waar de Apocalypse mee begint. Door de beeldende beschrijving van Johannes die het verhaal optekende, kun je je het beeld goed voorstellen. Dit is maar een van de vele beelden in het boek van de Apocalypse. In de loop van de tijden hebben verschillende kunstenaars zich gewaagd aan het verbeelden van deze beelden. We kennen misschien de litho’s van Albrecht Dürer, de wandtapijten van Angers en de beelden aan de kathedraal van Chartres. Soms kregen de kunstenaars een opdracht, soms waren de kunstenaars zelf diep verbonden met de geestelijke beeldentaal. Zo werden de beelden verbeeld en werd het een taal voor mensen die niet konden lezen. De beeldentaal in het schrift werd omgezet in kunst. De kunstenaar schept daarbij vanuit de eigen verbinding met de inhoud nieuwe beelden die voor de toeschouwers kunnen gaan spreken. Bekende onderwerpen die in de loop van de eeuwen zijn verbeeld, zijn bijvoorbeeld de hemelse jonkvrouw, de strijd van Michaël met de draak in de hemel, het laatste oordeel en het nieuwe Jeruzalem om een paar van de bekendste te benoemen. Ook de beelden van Kees zijn uit een eigen verbinding met de Apocalypse ontstaan. Het is bijzonder om mee te mogen maken hoe dat scheppingsproces tot stand komt. Een proces waarin de verbinding van een mens met deze geestelijke inhoud zich uitdrukt en op een nieuwe wijze werkzaam kan worden voor de mensen die er vervolgens met aandacht naar kijken.
Hernemen
Met een ander woord noemen we dit ook wel hernemen. Hernemen werd in de oudheid al benoemd bij Plato en Aristoteles in het Griekse woord mimesis. Plato legt mimesis uit als nabootsen van een voorgegeven origineel. Hoewel nabootsen bij veel mensen iets statisch oproept, meer als imiteren, hetzelfde verschijnt opnieuw, is nabootsen voor mij het toevoegen van iets nieuws. Dat zie je ook letterlijk bij het kleine kind dat leert door nabootsing. Hoewel het iets herhaalt wat het gezien heeft, is dit door de eigen wijze van nabootsing nooit geheel hetzelfde. Bij Aristoteles is mimesis ook de uitbeelding die de functie heeft de werkelijkheid op een nieuwe wijze te doen verschijnen. Wat mij betreft is nieuw herhalen, of op een andere manier herhalen de essentie van het woord hernemen. Gebeurtenissen, situaties, dingen en mensen kunnen hernomen worden, doordat ze verhaald worden, verbeeld worden in de kunst, en verschijnen zo op een andere wijze, op een andere plaats en met een nieuwe nadruk. En zo kunnen bij uitstek verhalen en kunst hernomen worden door individuele mensen waarbij ook de tijd en cultuur waarin die mensen staan van invloed is.
Je kunt veel weten en kennis hebben over de Apocalypse en over de uitleg er van. In de blogs op deze website wordt die kennis vooral bij Rudolf Steiner, Arthur Schult en Emil Bock gevonden. Wat zij er over zeggen kan ons helpen om inzicht te krijgen, meer te gaan begrijpen. De uitleg kan in jezelf een reactie oproepen waardoor je gewekt wordt om verder te onderzoeken. Om de Apocalypse werkzaam te laten worden is er een eigen innerlijke verbinding met de Apocalypse nodig. Hoe kunnen we als het ware net als Johannes de inhoud van de Apocalypse in ons ik op voelen komen? (Rudolf Steiner, GA 346, Apocalypse en priesterschap, p.38) Hoe kunnen we de inhoud van de Apocalypse zelfstandig voortbrengen uit de wijsheid van de bovenzinnelijke werelden (p.39)? Het is een vraag naar het hernemen zonder dat de kern van de oorspronkelijke inhoud aangetast wordt. De verbinding die hiervoor nodig is en het verder brengen van die wijsheid kan verdiept worden door de omgang met de beelden in het verhaal en het verbeelden ervan.
Zien met het hart
Juist in een tijd waarin we overspoeld worden door beelden op televisie en sociale media, beelden die ons verleiden en het uiterlijke leven intrekken, zijn we vergeten dat beelden een innerlijke kant hebben waarin ze betekenis kunnen hebben. Die betekenis vraagt om een waarnemen waarbij we ons inleven, waar we proberen de binnenkant van het beeld, de zeggingskracht, de betekenis waar te nemen. Dat vraagt een andere wijze van waarnemen, een waarnemen met het hart, wat ook betekent dat er een eigen verbinding gelegd wordt. Antoine de Saint-Exupéry noemde het in Le petit prince bij het tam maken van het vosje, dat je alleen met het hart goed kunt zien, dat het wezenlijke voor de ogen onzichtbaar is. Beelden zowel in het verhaal, als verbeeld in de kunst krijgen via de waarneming met het hart een werkzaamheid die ons er toe aan kan zetten anders te gaan handelen. In de cursus proberen we die eigen verbinding aan te spreken door bijvoorbeeld te vragen aan de deelnemers om een tekstfragment te lezen en de inhoud te verbeelden in een eigen schildering, gedicht of andere kunstzinnige verwerking. Je vraagt iemand zich het beeld voor te stellen en te onderzoeken wat raakt in de tekst die de cursist leest en daar uitdrukking aan te geven.
Het is interessant dat Steiner in de vijfde voordracht van Apocalypse en Priesterschap de mens oproept om in het tijdperk van de bewustzijnziel door al het uiterlijke heen te leren kijken. Wakker te worden voor het innerlijke, voor het hart van de mens en van al de levende wezens. Je zou ook kunnen zeggen het wezenlijke te gaan leren zien zodat de intentie, de betekenis zichtbaar wordt. Hij noemt het om “weer te leren kijken met de ziel in het hart van een mens” (p. 75). Een dergelijk waarnemen geldt ook voor de omgang met de Apocalypse en voor de beelden die er in te vinden zijn. Ook Goethe gaf dit al aan in een gedicht (Johann Wolfgang von Goethe, Trost bei Goethe, red. Heinrich Tieck, p. 69):
Niets leert men kennen
tenzij men het liefheeft-
en hoe sterker, machtiger en levend
liefde en hartstocht,
des te dieper en voller
de kennis.
En in onze tijd Ida Gerhardt (Ida Gerhardt in een brief aan Frederik Bastet, 26-08-1983, gepubliceerd in de Parelduiker 08-05-1999):
Er is geen andere sleutel tot de dingen
dan werkelijke aandacht.
Niets komt tot ons, of blijft bij ons,
wanneer we niet zelf volledig beschikbaar zijn.
Oefening met een beeld.
Laat ik nu de oefening beschrijven zoals ik die gebruikt heb bij de expositie in Amsterdam van Kees. Nadat er een korte inleiding is over de beelden die in de ruimte opgesteld staan, wordt de deelnemers gevraagd een beeld uit te kiezen waar men iets meer van wil weten, of waar men zich toe aangetrokken voelt. Dat kan door de inleiding ontstaan zijn, maar ook door hoe het beeld er uit ziet of waar het oog naar toe getrokken werd. De oefening die dan volgt is gebaseerd op het contemplatief onderzoek van Arthur Zajonc (Meditatie, Christofoor, 2009).
Een aantal voorwaarden die door Zajonc beschreven worden, ontstaan vaak al in de situatie. Door het inleidende verhaal over de Apocalypse en de beelden, ontstaat er een gevoel van eerbied. Door de vraag om een beeld uit te kiezen waar men meer over wil weten wordt de wil om te verbinden en tot het wezenlijke van het andere te komen aangesproken. Door vervolgens te vertellen wat we gaan doen in drie stappen wordt geconcentreerde aandacht opgeroepen en door op te merken dat gevoelens van sympathie of antipathie op kunnen komen en weer losgelaten mogen worden kan er gelijkmoedigheid in het gevoelsleven beoefend worden.
Drie stappen
Als iedereen een beeld gekozen heeft, kan de feitelijke oefening beginnen. De drie stappen worden in stilte gedaan; iedere stap wordt begeleid met het klinken van een klankschaal en het benoemen van de stappen. Het klinken van de klankschaal en het werken in stilte ondersteunen het langduriger voldoen aan de voorwaarden.
De klankschaal klinkt!
Eerste stap
We richten ons op het beeld dat we gekozen hebben en nemen het beeld met open aandacht waar. We geven de volle aandacht aan het kunstwerk, aan kleur, vorm, materiaal, geheel en details en nemen de kenmerken van het kunstwerk waar. Opkomende interpretaties of oordelen laten we weer los. We nemen het beeld uiterlijk waar.
De klankschaal klinkt!
We wissen wat we waargenomen hebben; er ontstaat een leegte en stilte waar we even bij blijven.
Tweede stap.
We draaien ons om, zodat we het beeld niet meer zien en sluiten onze ogen. We scheppen het beeld nu innerlijk opnieuw in onszelf en door middel van inleving van het waarnemingsbeeld scheppen we een levendig innerlijk beeld. Bekijk het met verwondering. Ook dit innerlijk beeld kun je met open aandacht onderzoeken, waardoor het beeld nog voller wordt. Welk gevoel komt op?
De klankschaal klinkt!
We wissen het beeld opnieuw, er is leegte en stilte. Blijf ook nu even bij die leegte en stilte.
Derde stap
De fysieke verschijning is er niet meer. In de stilte proberen we met open aandacht te luisteren of zich iets uitspreekt van het innerlijk van het kunstwerk. Wat spreekt zich uit of stelt het beeld een vraag aan je?
De klankschaal klinkt!
We laten naklinken wat opkwam en ronden het af. We nemen de tijd om iets op te schrijven over de ervaringen en wisselen het uit.
Het bijzondere van de oefening is dat er een afwisseling is tussen geconcentreerde aandacht en open bewustzijn. Een ritmisch proces waardoor we ons van buiten naar binnen verbinden met het wezenlijke van het andere. Bij ieder wissen offeren we iets op om meer tot het wezenlijke van het beeld te komen.
Delen van de ervaringen en uitwisselen
Een belangrijk onderdeel is het delen en uitwisselen van wat er ervaren is. In verbinding komen met het andere doen we vanuit ons eigen zijn. Ieder gaat de eigen weg en doet eigen ervaringen op in de relatie tot de beelden. Het gaat er niet om of het goed is of niet. De eigen waarnemingen, zowel aan het uiterlijke beeld als het innerlijke beeld en hetgeen naklinkt, mogen voor waar genomen worden. De eigen ervaring zet misschien aan tot nieuwe stappen, maar ook de uitwisseling en het horen van de ervaring van anderen kunnen ondersteunend zijn op de eigen weg en leiden tot nieuwe inzichten of het zetten van nieuwe stappen. De oefening is door jonge en oudere mensen gedaan, mensen die al lang op weg zijn of nog maar kort of voor wie het een eerste kennismaking was. Maar bijna iedereen was in zichzelf geraakt door de oefening en kon er iets over vertellen. Door deze oefening met verschillende groepen te doen werd ook duidelijk hoe belangrijk het is om er de tijd voor te nemen.
Er volgen nu een aantal voorbeelden van ervaringen.
De hemelse jonkvrouw
Verschillende mensen kozen het beeld van de hemelse jonkvrouw. Bij het inleven waren er ervaringen van het leven dragende waar het om gaat, maar ook in relatie tot het sterven van iets. Door de krans met de twaalf edelstenen en de maan onder de voeten voelde men zich tussen hemel en aarde staan. Er kwam bewustzijn voor de stroom uit de hemel en hoe weinig dit bewust werd meegedragen in het leven. Iemand zei:
Het voelde vrouwelijk, het leven brengende door het gaan baren, maar ook iets dat moet sterven. Ik voelde de verbinding met het hemelse en dat ik dit door kan geven. Het op aarde brengen daarvan. De vraag ontstond in mij Wat breng ik mee op aarde? Het beeld van de hemelse jonkvrouw vroeg mij hoe kan jij het hemelse betrekken in je aardeleven?
De hoer van Babylon
Verschillende mensen kozen het beeld van de hoer van Babylon. Het is een beeld dat trekt zoals sommigen het omschrijven. Bij allen die voor dit beeld kozen, ervoer men een ongemakkelijke houding in het zitten op de draak met zeven koppen (slangen), het uit balans zijn en ook niet meer in balans kunnen komen. Het is een onmogelijke houding ook door hoe de benen niet meer de grond kunnen raken. Iemand beschreef hoe ze de verleidingen van de slangen ervoer, hoe dichtbij ze waren en als adviseurs optraden. Iemand vertelde:
Er kwam een vraag in mij op: hoe blijf je overeind in dit geweld? Tegelijkertijd gaf het beeld ook een antwoord. De linkerhand die naar het hart gericht is, bracht de ingeving: eigenlijk heb je alleen je hart nodig, houdt dat maar vast. Een innerlijk weten dat je met je hart alles aan kan, alles kan temmen. En dat zei ook: durf maar af te wijken, wees maar authentiek. Er kwam nog een vraag in mij op: Hoe sta ik in mijn eigen kracht, hartekracht?
Het beeld van Pergamon
Het beeld werd als ontvankelijk en kwetsbaar ervaren. Nog verbonden met de tempelwijsheid en staan tussen hemel en aarde. De ervaring dat het vrouwelijke beeld in de tempel klaar is om te ontvangen en klaar is om er wat mee te doen. Maar wat gaat zij er mee doen? Het vraagt verder onderzoeken en opnemen.
Iemand benoemde een uitnodiging: Ga verder op weg!
En een ander: Waar is zij aan toegewijd? Wat schept zij op aarde?
Het middenbeeld, beeld van Thyatira
Bij de diverse groepen was er altijd ook iemand die dit beeld uitkoos. Doordat het oog ernaar toe trok, door de grote krachtige ronde schijf achter de figuur in het beeld. Verschillende mensen voelden zich in het midden waarbij de een meer terugkeek naar wat eerder was en de ander meer vooruitkeek. Duidelijk was dat er iets losgelaten moest worden opdat er iets nieuws kon komen.
Efeze, Smyrna, Pergamon, Thyatira, Sardes, Philadelphia en Laodicea
Het beeld van Sardes
Het beeld nodigt uit door het schild, de speer, het geharnaste. Het schild wordt voor het hart gehouden, het is een bescherming voor het hart. Het schild en de speer werden ervaren als beeld om goed bij jezelf te zijn waardoor je ook goed bij de ander kunt zijn. Het schild en de speer kunnen ook tot verharding leiden, een harde schil die je om je heen plaatst. Iemand beschreef:
Door het schild kon ik bescherming van mijn hart ervaren. De speer gaf me een ervaring van een aardse en complexe energie. Dat gaf me ook de ervaring van bij jezelf blijven en daadkracht. Ik zag ook iedere keer al de drie cirkels boven het hoofd van het volgende beeld. Er voegden zich drie cirkels om mij heen: opbouwen – stevigheid – liefde. De vragen die opkwamen waren: hoe verbind ik deze krachten in mijzelf? En: hoe breng ik deze krachten naar beneden, hoe zet ik ze in daden om?
En een ander:
Het schild en de speer werkten in mij als afgesloten. Maar ook deden deze attributen een appel op de moed om me ook open te houden. Open te houden voor iets in mijzelf en de ander. Ik ervoer de pijn van de strijd in onze tijd.
Het is bijzonder dat de liefde en het open blijven in beide ervaringen genoemd worden omdat de potentie van het witte kleed wat ook bij het Sardesbeeld hoort nauwelijks waarneembaar is. Daar moet je het beeld voor omdraaien om het ten volle te kunnen ervaren. Het sprankje van het witte kleed was waargenomen.
Het beeld van Philadelphia
Het beeld van de broederliefde riep bij diverse mensen hoop op. De krachtige bliksemstraal naar de aarde gericht ondersteunde deze hoop doordat die liefde op aarde mag komen. Iemand vertelde:
Ik koos voor het beeld van Philadelphia en bedacht me dat ik niets anders hoefde te doen dan waar te nemen. Er was een geruststelling het komt naar je toe. Het voor waarnemen. Ik was vooral op de drie cirkels gericht boven het hoofd van het beeld. Ik voelde heel sterk mijn lijf en werd terwijl ik voor het zesde beeld stond al sterk aangetrokken door het laatste beeld. De toewijding, het gaan doen. Maar ik besefte me dat ik dat niet kon doen als ik het eerdere stadium zou overslaan.
En een ander:
Menshelder in zijn grootsheid. Het openbaart zich de hele tijd. In het beluisteren van het beeld openbaart het zich. Het roept me op tot het stevig verzorgen van meerdere werelden tegelijkertijd. Het beluisteren van de geestelijke diepte, de tijd, de vleugels. Het roept mij op: Wees op je post!
Het beeld van de engel met een voet op de aarde en de andere voet op de zee.
Dit beeld kozen mensen vooral door de vragen die zij hadden over de verschillende attributen: het eeuwigheidsteken, de zeven kleuren van de regenboog in kristallen, de vlammen op de voeten, het water en de aarde. Ook door het kaartje dat er bij stond met de intrigerende tekst: tijd zal er niet meer zijn. Diverse mensen beschrijven de grootsheid die ze ervaren bij dit beeld, de compleetheid en de vertolker van de eeuwigheid. Het beeld wordt ervaren als een boodschapper.
Iemand beschrijft:
De vraag kwam in mij op die God in het paradijs stelt aan Adam: Adam waar zijt gij? En dat leidde tot de vraag aan mij: waar sta jij voor? Het gaat dan niet meer om mij, om ik, maar waar ik voor sta.
Een ander hoorde:
Leef degene die je bent, in de stilte van de overgang ontmoet je jezelf
En een derde:
Door de compleetheid en de grootsheid ervaar ik hoe ver weg dit is in mijzelf; ik voel bewondering en nederigheid. En de vraag komt in mij op: hoe kan ik mij hiertoe verbinden?
Het is zo maar een reeks voorbeelden uit de inmiddels vele ervaringen. Diverse mensen gaven aan dat de ervaring doorwerkt in het werk van die dag of in het dagelijks leven. Door de weg in de oefening van buiten naar binnen te gaan en te beluisteren of er zich iets van het andere, in dit geval het beeld, openbaart, gaan we een drempel over. Een drempel waardoor iets wat in het beeld als wezenlijk is verscholen, zich kan openbaren.
0 reacties