Met het betreden van het binnenste van de hemelse tempel stort wat over is van de fysieke aarde met groot geraas ineen. De grote stad breekt in drie delen en de steden van de heidenen storten in, evenals het grote Babylon. Eilanden en bergen worden niet meer gevonden en grote hagelstenen, zwaar als een talent, vallen op de Aarde. Dit is het stadium waarbij de verder vergeestelijkende Aarde tot zijn voltooiing komt en de niet vergeestelijkte Aarde onder gaat. Weldra zal de tijd komen van een nieuwe aarde, de Jupiter-aarde, het nieuwe Jeruzalem.
Schult (p.273) is van mening dat met de grote stad hier niet Babylon, maar Jeruzalem is bedoeld. Jeruzalem valt uiteen in drie delen en dan komt aan de orde dat ook de steden van de heidenen instorten en dat Babylon de beker van Gods toorn te drinken krijgt. De aardbevingen en de instortende rotsen, evenals de hagelstenen van een talent (een talent weegt ruim 26 kg) wijzen erop dat het aarde element, uitdrukking van de Vadergod, doorwerkt wordt met de goddelijke liefde en zo aan de dood onttrokken wordt, terwijl de mens het opstandingslichaam verwerft (Schult, p.274). Het aardse Jeruzalem vervalt in drie delen opdat het hemelse Jeruzalem kan ontstaan. Alle mengvormen vergaan en over blijven het rijk van het licht en het rijk van de duisternis. De krachten van de hoogste vergeestelijking van het fysieke voeren de Mensenzoon tot de laatste vereniging met de Vadergod van het Al, de Ensoph van de Kabbala. Met ‘Het is volbracht’ sloot de zevende schaal de hele Apocalypse af en kwam in volledigheid de afsluiting van de tijd en de overgang naar de eeuwigheid tot stand. Verleden, tegenwoordigheid en toekomst zijn een geheel geworden in de eeuwige gelijktijdigheid van God.
Dan nodigt één van de zeven engelen, die de toornschalen hadden uitgegoten, Johannes uit om te zien wat er met de hoer, die troont op de vele wateren, zal gebeuren. Daarmee begint een inkijk in de gebeurtenissen die volgen op het ineenstorten van het aardse rijk. De hoer van Babylon is het tegenbeeld van de bruid van het Lam en het nieuwe Jeruzalem. Neergang en opgang van de mensenzielen worden ons dramatisch voor ogen gesteld.
De hoer die troont op de vele wateren; 13de eeuw, Anonymous – http://www.bl.uk/manuscripts/FullDisplay.aspx?ref=Add_MS_35166, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=65328353
Na het uitgieten van de zevende toornschaal komen we bij zeven grote visioenen van Johannes die de Apocalypse afsluiten (Schult, 275). Als eerste ziet Johannes een vrouw zitten op een scharlaken rood beest met zeven hoofden en tien hoornen. In het tweede beeld wordt een triomflied over het gevallen Babylon gezongen. In het derde beeld volgt het polair daaraan gevormde beeld van de hemelse scharen bij het opdoemen van het hemelse Jeruzalem. In het vierde beeld verschijnt de witte ruiter die met zijn lichtscharen de demonen overwint. In het vijfde beeld wordt de grote draak, de oude slang, Satan, gebonden voor duizend jaar en daarna komt hij vrij om met zijn demonische aanhang door God overwonnen te worden. Het zesde beeld toont ons het wereldgericht voor de troon van de wereldrechter. En het zevende beeld tenslotte laat ons de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zien, het hemelse Jeruzalem.
Reiniging in drie etappes
Steiner (GA 346, p.153 e.v.) geeft in een uitgebreide lezing op 15 september 1924 zijn inzicht wat betreft de val van Babylon. Hij ziet de reiniging van de mensheid, voordat deze de hogere geestelijke wereld kan betreden, in drie etappes verlopen. Daarbij gaat het om het reinigen van het denken, voelen en handelen. Hij benoemt deze drie etappes in de taal van de Apocalypse als ten eerste de val van Babylon, ten tweede de val van het beest en de valse profeet die zijn leer verbreidt, en ten derde de val van de hoogste goddelijke tegenmachten, gewoonlijk aangeduid met Satan. Hij ziet dat deze drie tegenmachten zullen binnenbreken in de mensheidsontwikkeling na het verschijnen van de etherische Christus vanaf begin twintigste eeuw. Hij waarschuwt dat de mens zich erop moet voorbereiden om in staat te zijn om deze drievoudige val van de tegenstanders van de Christusimpuls door te kunnen maken zonder dat de menselijke ziel beschadigd wordt. Telkens als zo’n val plaatsvindt laat Johannes als schrijver van de Apocalypse een engel uit de hemel afdalen die vrolijk juichend doet over wat er allemaal plaatsvindt. Dat heeft een reden die hij later uitlegt.
De eerste val
Eerst valt Babylon. Onder de verzoeking die met Babylon samenhangt valt alles wat met de menselijke natuur zelf te maken heeft, alles waardoor hij afdaalt beneden zijn eigenlijke spirituele niveau, zijn koningschap. De mens is pas echt mens als het materiële en spirituele in hem in balans zijn. Het gaat er daarbij om dat de emoties, die er zeker mogen zijn, niet onbeheerst blijven door het spirituele. En Johannes noemt alles wat niet beheerst wordt vanuit het spirituele, de stad Babylon. Babylon is het symbool van het verval van de spiritualiteit als gevolg van hartstochten (p.155). Hij gebruikt de stad Babylon als concreet voorbeeld omdat hier oorspronkelijk hoge mysteriën waren waar de priesters mediamiek-helderziend geheimen van de sterrenwereld konden ervaren. Maar deze priesters werden door amorele invloeden gaandeweg van waarheidssprekers tot leugenaars. Wanneer een medium waarneemt, treden het Ik en astraallichaam uit en bij de terugkeer daarvan in het lichaam kunnen verstoringen optreden. De denkrichtingen die in de geestelijke wereld waar zijn kunnen niet waar zijn in de fysieke wereld. En omdat de mediums onbewust in de geestelijke wereld verkeren, kunnen zij bij terugkeer in hun lichaam nog denkrichtingen hanteren die niet passen in de fysieke wereld, en daarom corrupt zijn als het om de aardse waarheid gaat. Dit proces is in Babylon opgetreden waardoor, wat eerder een hoogstaande cultuur was, afdaalde tot een cultuur waarbij de waarheid gecorrumpeerd was (Steiner, GA 346, p.157). Zo werd Babylon tot het symbool van morele corruptie. Daarom gebruikt Johannes dit symbool en in het verlengde daarvan dat van de hoer gezeten op het beest met de zeven koppen en tien hoornen. Later is de hele mensheid tot een Babylon geworden, alle mensen zijn nu onder invloed van de Babylonische verzoeking om de spiritualiteit te laten vallen. En deze houding moet afvallen voor de eindtoestand kan komen. De Babylonische corruptie kenschetst Steiner als het ahrimanische principe. En tegenover dit ahrimanische staat de luciferische pool. Die geeft Johannes weer als de juichende engelen in de hemel bij de val van Babylon, zoals in Op.19 zal blijken. De luciferische engelen willen niet zoals de mens in balans leven tussen materie en geest. Zij willen de evolutie op geestelijk niveau houden. En nu van het aardebestaan datgene uitgescheiden wordt dat door Ahriman in bezit is genomen, hebben zij de bevrediging dat tenminste een deel van de Aarde niet verder in de ontwikkeling meegaat. Johannes is over deze kwestie heel eerlijk in zijn beschrijving, aldus Steiner.
De tweede val
De eerste val, de val van Babylon, is wat door verdwazing van de mens zelf veroorzaakt is. Zo blijft een deel van de mensheid vooralsnog achter. Bij de tweede val stort niet het menselijke dat tot verdwazing is vervallen naar beneden, maar betreft het een invloed van bovenmenselijke wezens. Het beest en de valse profeet, die de leer van het beest uitdraagt, zijn niet onderdeel van het mensenrijk. Zij maken de mensen van zich bezeten. Dit is niet het gevolg van de ik-zwakte die bij mediale personen kan optreden, zodat zij het niet kunnen uithouden om de Christus krachten in zich op te nemen, maar bovenmenselijke krachten bewerken in de mensen de impuls tot het boze. Bij deze tweede val, die na de val van Babylon komt, gaat het om mensen die hun ik niet meer in hun lichaam hebben en waarvan het ik is overgenomen door ahrimanische machten die direct door hen heen handelen. Zij worden tot op aarde rondwandelende demonen (Steiner, GA 346, p.160). In de kiem is dit alles al aanwezig. Een voorbeeld van zo’n mens was Nietzsche in de periode dat hij de ‘Antichrist’ en ‘Ecco homo’ schreef. In die periode was niet zijn eigen ik in hem. Ahriman zal zich steeds meer van mensen gaan bedienen. Zij zijn ten prooi gevallen aan de tweede val.
De derde val
Daarnaast is er nog een derde val, de val van Satan. Bij het beest en de valse profeet gaat het om de mens verleidende machten die de wil hebben om de mens in moreel en intellectuele opzicht in de verkeerde richting te leiden. Bij de val van Satan gaat het om een veel groter kwaad. Deze kracht wil niet alleen de mensheid uit haar baan brengen, maar de hele Aarde en het Zonnestelsel. Dit is een geweldige tegenstander van de godheid. Steiner spreekt hier niet over Sorat, maar moet hier dezelfde tegenstander bedoeld hebben. Steiner licht toe dat de aartsengel Michael niet hoog genoeg in macht is om het op te nemen tegen Satan. Michael kan wel de strijd aangaan met Ahriman, maar niet met deze hogere tegenmacht die niet tot de aartsengelen maar tot de archai behoort. Michael en andere aartsengelen hebben lang geleden besloten om met Christus als planeetgeesten de stabiliteit en voortgang van ons zonnestelsel te dienen. Maar voor Satan geldt dit niet. Hij loert op de achtergrond voortdurend naar mogelijkheden om met kometen de normale gang van de planeten, die om de Zon circuleren met regelmatige banen, te verstoren en tot nieuwe verhoudingen te komen in het Zonnestelsel en op de Aarde. Het overwinnen van Satan is de derde val. Deze overwinning vindt, zoals we later zullen lezen, plaats door God de Vader in de eindstrijd.
Bij de val van Babylon vallen de lichamen van de mensen af die aan de verzoeking om het spirituele vaarwel te zeggen ten prooi zijn gevallen. Hun lichamen vallen af, maar hun Ik en astraallichaam gaan mee in de banen van het karma van de mensheid. Bij de val van het beest en de valse profeet leven in de lichamelijke hulzen van mensengroepen ahrimanische geesten. Daar handelt Ahriman direct als demonische Übermensch. Deze mensengroepen moeten ook achterblijven. De derde val is die van Satan-Sorat en leidt ertoe dat in de natuurwetten van de Aarde veranderingen optreden en dat de plaatsen van de planeten aan de hemel niet meer kloppen met de berekeningen op basis van de huidige natuurwetten. Het zal Satan lukken om eerste veranderingen en daarmee wanorde in het Zonnestelsel te weeg te brengen. Daartegenover zal de mensheid door een sterke spiritualiteit weerstand moeten ontwikkelen, zodat de veroorzaakte wanorde kan worden vereffend. Bij de derde val zal ook het ontregelde planetenstelsel achtergelaten worden (Steiner, GA 346, p.163).
Dit geeft een indruk van de grote ontwikkelingen waarvan de mens zich bewust zal worden nadat de zevende toornschaal is uitgegoten en de laatste zeven grote visioenen van Johannes verschijnen.
0 reacties