De strijd tussen Ormuzd en Ahriman, http://www.worldexplorer.be/leer_van_zarathoestra.htm
De gemeente Smyrna, gelegen op de plek van de huidige grote havenstad Izmir, was in de tijd van Johannes de belangrijkste haven- en handelsstad van Klein-Azie. Nog steeds noemen de Turken Izmir om deze reden het ‘oog van Klein-Azie’. Smyrna was naast Athene, ook bekend om zijn school voor retoriek. Schult (p. 44) ziet daarin aanwijzingen voor het mercuriale karakter van deze stad. Mercurius is niet alleen de god van handel en verkeer, maar ook de god van de dichters, denkers en redenaars. Al het mercuriale denken berust op het splijten van zaken in tegenstellingen. De gemeente te Smyrna wordt dan ook niet meer gekenmerkt door de eenheid van de lichtwereld, maar door een polariteit die in de oude Perzische cultuur werd beleefd als de strijd tussen de god van het licht, Ahura Mazda of Ormuzd, en zijn tegenspeler, de god van de uiterlijke materie of duisternis, Angra Mainyu of Ahriman. Smyrna is in de geschiedenis een schouwspel geweest van deze strijd. De havenstad is herhaaldelijk volledig verwoest en steeds weer opgebouwd. Deze strijd tussen goed en kwaad, licht en duisternis, leven en dood, werd door Zarathustra beschreven, en tijdens de Romeinse keizertijd beleefd in de Mythras mysterien. De tegenkracht Ahriman zal tot het einde van de ontwikkelingsweg van de mens hem begeleiden, ook al is deze in beginsel door de Christus na zijn kruisiging, en afdaling naar wat de hel wordt genoemd, in zijn opstanding overwonnen.
De polariteit licht en duisternis als tweede fase in de grote evolutiekringlopen
De oude Perzische cultuurperiode speelde zich af in de tijd dat het lentepunt van de Zon door het dierenriemteken Tweelingen liep, in de jaren 5067 – 2907 voor Christus. Heerser van Tweelingen is de planeet Mercurius. Deze cultuurperiode weerspiegelt ook de tweede fase van de grote evolutionaire kringlopen die aan de huidige Na-atlantische cultuur volgens de esoterische scholen voorafgingen. We moeten hierbij in de eerste plaats denken aan de tijdperken waarin volgens deze scholen de vaste minerale aardekringloop is onderverdeeld. Deze begon met het zogenaamde Polaire tijdperk, waarin Zon en planeten nog met elkaar verenigd waren in een grote warmtebol, gevolgd door het Hyperborese tijdperk waarin de licht uitstralende Zon zich ging afscheiden van de Aarde die nog verenigd bleef met de Maan. Deze dramatische scheiding tussen licht en donkerte is wat in de oude Perzische cultuur naklinkt. Na het Hyperborese tijdperk volgt het Lemurische tijdperk, waarin ook de Maan zich afscheid van de Aarde. In dit tijdperk ontstaat uit licht en lucht het vloeibare. Vervolgens belanden we in het midden van het bestaan van de vaste Aarde, het Atlantische tijdperk. In het Atlantische tijdperk gaat het vloeibare uit zichzelf het vaste minerale afzetten, zodat de continenten ontstaan en aan het slot van het Atlantische tijdperk de door dikke nevels bezwangerde lucht begint op te klaren en de Zon het aardoppervlak gaat beschijnen. Na het Atlantische tijdperk breekt het vijfde of Na-atlantische tijdperk aan, waarin wij leven. Dit tijdperk zal door de Zegel- en Bazuintijdperken worden gevolgd voordat de grote planetaire kringloopfase van de vaste Aarde ten einde loopt. Dan worden we opgenomen in de nog grotere kringloop van onze Aarde planeet, zoals die is samengevat in mijn boeken Gaiasofie (1989) en Gaia Logica (2009). Na de fase van de vaste minerale Aarde, de vierde grote aardekringloop, volgt de vijfde zogenaamde Jupiterfase, die in de Apocalypse wordt aangeduid als het nieuwe Jeruzalem. In de kenmerken van de gemeente Smyrna klinken de grote gebeurtenissen uit eerdere hogere kringlopen van tijdperken en planetaire fasen door (Steiner, GA 104a: 96).
De grote en daarbinnen kleinere scheppingskringlopen. We bevinden ons nu in de bovenste grote cirkel en daarbinnen de kleinere cirkel rechts en daarbinnen in de onderste heel kleine cirkel.
Faust en Mephistopheles
In de Perzische cultuur werkte Zarathustra door te wijzen op de zonnegeest en tegelijk te benadrukken dat het materiële een uitdrukking is van de werking van de geest. Het bewerken van de akker is het bewerken van het fysieke lichaam van het goddelijke. De mens is geroepen de aarde te bewerken maar niet om aan de materie gekluisterd te raken, zoals de Ahrimanische machten willen. Voortdurend dreigt het gevaar dat de mens niet het onderscheid weet te maken tussen het licht en duister in zichzelf. Dan ontstaat uit de synagoge van de lichtgod de synagoge van de satan. We moeten het dode in ons doordringen met leven en geest, vanuit de liefdeskracht van het Christus-Ik, aldus Schult. Wie dat niet doet, neemt uit het leven op aarde geen vruchten mee in het land van de geest en moet daar opnieuw aan de dood vervallen. De Hebreeuwse traditie noemt Ahriman Mephiz-Tophel. Dit is ook Goethes Mephistopheles, die Faust toeroept als hij naar de geestelijke wereld op zoek is: ‘Je komt tot niets’. Maar Faust roept hem vervolgens toe: ‘In jouw niets hoop ik het al te vinden’ (Steiner, GA 104a: 83). De zin ‘de duivel zal u in de gevangenis werpen’ betekent dat deze Mephistopheles een deel van de mensen aan de materie zal proberen te kluisteren doordat ze zich te innig met de materie verbinden.
De verzoeking gedurende tien dagen
De gemeente zal tien dagen verleid en gekweld worden. Het is een waarschuwing dat deze beproevingen onderdeel zijn van de inwijdingsweg om driften en begeerten in onze ziel te reinigen. Waarom tien en niet zeven of twaalf dagen? Het getal tien staat in de Kabbala voor het getal van de volkomenheid. De tiende sefira is de sefira Malkuth, de samenklank van alle negen sefiroth die het Rijk van Gods tegenwoordigheid op Aarde vormen (Schult, p.45). Bovendien kende de oude dierenriem niet twaalf maar tien sferen. Op de zeven planetensferen volgde als achtste de vaste sterrenbeelden, als negende sfeer de kristalhemel en als tiende sfeer de vuurhemel. Daarom wordt in tien dagen het leven door de tijd gevoerd van beproeving tot voleinding. Het hele schrijven van de brief aan Smyrna ziet Schult als een voorbereiden op het martelaarschap. Volgens Dullaart (p.41) leert de mens hier de moed op te brengen om de werking van het kwade onder ogen te zien.
Gered worden van de tweede dood
Steiner legt 20 juni 1908 uit dat de inspirator tot deze tweede brief laat zien dat hij de Eerste en de Laatste is, dat hij eerst alleen lichtgeest is en daarna in de materie is afgedaald en het doodgaan van het lichaam heeft ervaren, maar vervolgens als lichtgeest weer is opgestaan. Doordat de lichtgeest in de mens de materie bewerkt, wordt de duistere godheid overwonnen en kan het goede, de lichtgodheid, weer verschijnen. Door met de liefdeskracht de materie te bewerken, wordt deze van geest doortrokken en wordt de dode materie bezield. Daardoor gaat de mens, die in deze periode zwaar wordt beproefd, niet ten onder in de dood. Want de vruchten van deze liefdesdaden maken dat de mens na de lichamelijke dood als ziel blijft leven, gered wordt van de tweede dood. De tweede dood is de situatie dat niet alleen het stoffelijke lichaam sterft maar daarna ook de ziel. Of zoals Schult (p.45) het samenvat: De eerste dood scheidt het de ziel van het lichaam, de tweede dood wil de geest van de ziel scheiden en dat zal leiden tot de kwellingen van de hel. Wie overwint en de verzoekingen van de satan, Ahriman, weerstaat, zal bekroond worden met het behoud van zijn ziel, zijn lichtlichaam. We zien hier dat wie van de tweede dood niet beschadigd wordt het perspectief zal houden op een verdere bewustzijnsgroei en uiteindelijk één kan worden met zijn Schepper. Kovacs (p.34) legt het optreden van de tweede dood uit als het niet kunnen toetreden tot de eeuwigheid als de mens zich in het aardse leven geen vruchten heeft verzameld die hij mee kan nemen in de geestelijke wereld. Dat kan het gevolg zijn van het gevangen raken in het verzamelen van bezit. De rijke mens bezit het geld niet, maar het geld bezit de rijke mens. Wie geen vruchten voor de eeuwigheid meebrengt, wordt terug gestoten en keert snel terug naar het aardse bestaan. Dat is de tweede dood. Wie wel de eeuwigheid, het devachan, betreedt, ontvangt de ‘kroon van het leven’.
Een uitgebreide toelichting in het Duits over de brief aan de tweede gemeente is gegeven door Dr Wolfang Peter: https://www.youtube.com/watch?v=H8XZV4MFK84, waarin hij stilstaat bij dood en reincarnatie en Egyptische mythologie rond Osiris, Isis, Typhon en Horus die de doodskracht overwint.
0 reacties