De Apocalypse als moreel kompas, door Klaas van Egmond

23 mei 2023 | Apocalypse in discussie, Blog, Nieuws, Uitleg achtergronden | 0 Reacties

Klaas van Egmond

Klaas van Egmond

Kees Zoeteman is jarenlang mijn baas geweest op het RIVM in Bilthoven. Die periode is zeer inspirerend geweest, zowel voor het RIVM als voor mij. Zijn grondhouding, dat wetenschap neerkomt op een permanente staat van verwondering, heeft het RIVM-milieuonderzoek tot vele nieuwe initiatieven en inzichten gebracht, die nog steeds doorwerken, onder meer op het gebied van klimaatverandering. Voor mij was het een uitnodiging om me te verdiepen in de bredere inzichten in mens en wereld, zoals die geboden worden door de antroposofie en verwante stromingen. Het door ons beiden nagestreefde uiteindelijke doel was het verbinden van dergelijke bredere inzichten en de specialistische wetenschap.

Cycli in cycli

In dergelijke stromingen staat de zienswijze centraal dat mens en wereld zich ontwikkelen in een reeks van cycli. Vergelijkbaar met Russische matroesjka-poppetjes spelen zich binnen elke cyclus weer kleinere cycli af. Dat gaat zo door tot op het lagere niveau van het individuele mensenleven. De grootste cyclus is van kosmische aard, waarbij er zich zeven afzonderlijke verschijningsvormen  of stadia van aarde en kosmos voordoen, aangeduid als Saturnus, Zon, Maan, Aarde, Jupiter, Venus, Vulcanus. In de tijd tussen die verschijnende vormen is er niets, misschien de tijd zelf ook niet. Wetenschappers hebben de neiging om dat als achterhaald en onmogelijk af te serveren. Maar enige bescheidenheid zou die wetenschappers sieren. De Utrechtse Nobelprijswinnaar Tini Veltman (1999) hield ons voor dat materie er alleen ‘is’ wanneer het Hicks-deeltje ‘aan’ staat. Onze speelse conclusie was dat ‘onze Lieve Heer’ het Hicks-deeltje regelmatig ‘uit’-zet en dan is er een tijd niets.

Binnen die nu al iets beter begrijpelijke zeven kosmische cycli bevinden wij ons nu natuurlijk in de 4e ‘Aarde’-fase. Daarbinnen spelen zich weer zeven cycli af. Daarin zou, ook volgens actuele wetenschappelijke inzichten, het Atlantische (4e) tijdperk zo’n 12.000 jaar geleden zijn geëindigd met de zondvloed. We leven nu in het 5e tijdperk. De zeven cycli die zich daar weer binnen voltrekken worden beschreven door de Apocalypse van Johannes, in de vorm van de brieven aan de zeven gemeenten in Klein Azië. Het zijn de cultuurperioden zoals die zich binnen de ons bekende aardegeschiedenis hebben afgespeeld en nog zullen afspelen. Het inhoudelijke en kunstzinnige werk van Kees Zoeteman gaat over deze achtereenvolgende cultuurperioden en hun onderlinge samenhang.

Maar ook binnen deze zeven perioden kunnen weer kleinere cycli worden onderscheiden. In de meer recente geschiedenis van de afgelopen tweeduizend jaar was de menselijke oriëntatie wezenlijk verschillend tijdens perioden zoals de middeleeuwen, de Renaissance, de Verlichting, de Moderniteit en de huidige Post-Moderniteit. En uiteindelijk blijkt dat diezelfde wisseling van oriëntatie zich ook binnen het individuele mensenleven voordoet. Ook in de biografie van de individuele mens wordt een cyclus doorlopen die in essentie het zelfde grondpatroon heeft als al die groter cycli waar we deel van uitmaken.

Grondpatroon

Wat is dan dat steeds weer terugkerende grondpatroon?

Het komt neer op het door ‘zwaarte / verdichting / gewicht’ afdalen in het materiële in de eerste drie stadia. Nadat in het 4e stadium het punt van de diepste materialisatie is bereikt, volgt in de laatste drie stadia een symmetrische, omgekeerde ontwikkeling van losmaken en opstijgen uit het materiële. Dit gehele proces is gericht op de ontwikkeling van de mens door confrontatie met de tegenkrachten. De rode draad in die ontwikkeling is een toenemend bewustzijn.

In de Apocalypse wordt besproken hoe die werkzame krachten zich in de afgelopen cultuurperioden hebben ontwikkeld. Die perioden zijn de Indische, Perzische, Egyptische, Grieks-Latijnse en de huidige Germaans-Angelsaksische cultuurperiode. Johannes beschrijft ze in zijn respectievelijke brieven aan de gemeenten van Efeze, Smyrna, Pergamon, Thyatira en Sardes. In de achter ons liggende eerste vier perioden ligt het accent achtereenvolgens op Gewicht, Maat, Getal en het ‘Ik / ego’  [1]. Het gaat hier om twee tegenstellingen. De eerste, die tussen Maat en Gewicht, geeft de ‘verticale’ tegenstelling weer tussen geest en materie; door het toenemend ‘gewicht’ vindt de afdaling in de materie plaats. De tweede ‘horizontale’ tegenstelling is die tussen Getal en Ego, dat wil zeggen tussen het Geheel en het Deel, tussen de naamloze massaliteit en het naam-dragende individuele en egocentrische ‘ík’. De verticale en de horizontale tegenstellingen bakenen het speelveld af waarop de menselijke ontwikkeling plaatsvindt. Te midden van de tegenkrachten die de mens willen brengen naar het uiterste van het materiële en het massale (Ahriman) dan wel naar het ongebonden egocentrische (Lucifer), moet de mens zich staande zien te houden. Valentin Tomberg (zie voetnoot) beschrijft die verticale tegenstelling als volgt: “de volledige naleving van de aardemissie, is de ware innerlijke essentie van het ‘gewicht’. Een menselijke daad heeft meer gewicht, wanneer ze haar morele inhoud tot in de uiterlijke fysieke werkelijkheid realiseert, dan wanneer ze alleen de bovenste lagen van het aardse bestaan raakt”. Met betrekking tot de horizontale relatie ziet hij in de voorafgaande 4e Thyatyra-cultuurperiode de belofte dat we in onze ontwikkeling in de huidige 5e cultuurperiode terug zullen keren van het nu dominerende individualisme, om weer een werkelijke gemeenschap te vormen, waarin het individuele deel en het grotere geheel met elkaar in evenwicht zijn: “Daarom staat aan het eind van de zendbrief aan de ‘gemeente te Thyatíra’ de belofte van de Morgenster, in wiens teken de uit de banden van het bloed losgemaakte (ego) mensen zich opnieuw zullen verenigen”, aldus Tomberg.

Onze huidige Germaans-Angelsaksische 5e cultuurperiode kan worden gezien als de symmetrische, gespiegelde omwerking van de Egyptische 3e cultuurperiode. Meer algemeen gaat het erom dat we ons de ontwikkelingen in de eerdere perioden herinneren en die omwerken naar een versterkt bewustzijn.

Het gaat daarbij om twee soorten herinnering: de horizontale herinnering in de tijd, die door de natuur wakker kan worden geroepen en de verticale herinnering in de “ruimte”, waarbij in de mens zijn ware wezen tot bewustzijn komt. Op die manier kan het doel van onze cultuurperiode worden bereikt; de ontwikkeling van de ‘bewustzijnsziel’. In Tomberg’s visie is de doelstelling daarvan een zodanige objectiviteit tegenover de wereld, dat alle dingen van de wereld een gelijke gelding kunnen hebben zodat de details van de gebeurtenissen in de wereld kunnen worden opgenomen; de grote doelstellingen van het wereldgebeuren zijn dan tot een aangelegenheid van het hart geworden.

De ‘bewustzijnsziel’ en ‘bewustzijn’ kunnen dus eenvoudiger en concreet worden begrepen als ‘omgevingsbewustzijn’, waarin we ons voortdurend bewust zijn van, en ‘weten’ wat er in onszelf, in onze relaties, in ons werk, ons land en in onze wereld gebeurt.

In de beschrijvingen van de twee nog na ons volgende cultuurperioden wordt aangegeven hoe een geweten kan ontstaan, op grond van een dergelijk omvattend weten en de verinnerlijking van de gehele ervaring van het verleden. Het is de grote morele en geestelijke “synthese” van alles wat de ziel aan ervaringen en openbaringen heeft ontvangen. In die bewustzijnstoestand ontstaat er dan een nieuwe verhouding tussen het deel en het geheel – tussen mens en kosmos en tussen individualiteit en gemeenschap. Dat wordt dan aangeduid als het ‘Nieuwe Jerusalem’.

Het Nieuwe Jerusalem

Met het nieuwe Jerusalem, dat uit de hemel zal neerdalen, wordt dus de uiteindelijk te bereiken bewustzijnstoestand aangeduid. Het is het geboorteproces van de nieuwe wereld waar de mens en het goddelijke zich zullen verenigen. Naast het beeld van een stad, wordt die toestand ook weergegeven als de ‘bruid’. De hemelse stad symboliseert het goddelijke in de kosmos en de bruid het goddelijke in de mens [2]. Dat proces wordt op vele manieren in filosofieën en wereldbeelden beschreven. Een voorbeeld is de ‘Chemische Bruiloft van Christiaan Rosenkreuz’ dat begin van de 17e eeuw verscheen. Maar het is ook het centrale thema in talloze mythen, legenden, sagen en sprookjes, waarin de prinses de goddelijke wijsheid representeert.

Het beeld van de stad sluit sterk aan bij het boven beschreven speelveld, dat wordt gevormd door de fundamentele horizontale en verticale tegenstellingen. In verschillende schilderijen wordt die stad als cirkelvorming beschreven. Bijvoorbeeld door Comenius in zijn boek ‘Het Labyrint van de Wereld’, waarin buiten de stad de (buitenste) duisternis heest; alleen binnen de stad is het licht. In diezelfde geest interpreteert filosoof Daniël van Egmond [3] de bijbel-tekst “hoe een gouden meetstok wordt aangereikt om de stad op te meten’ als “een maat die aan alles ten grondslag ligt, bijvoorbeeld door hiermee vanuit een punt een cirkel te trekken, of een driedimensionale bol. De bol, de cirkel en de punt zijn in essentie hetzelfde, dezelfde goddelijke kwaliteit die zich uitdijend kan manifesteren en zich weer vanuit de omtrek in de punt kan terugtrekken, uitademend en inademend”. Anderzijds beschrijft de bijbel-tekst de stad (ook) als een kubus, waarvan de lengte, breedte en hoogte gelijk waren.

Deze combinatie van vierkante – en cirkelvormen suggereert een mandala-patroon, zoals dat door de psycholoog Jung werd gezien als de verbeelding van het wezen van de mens. Ook hij zag de omliggende ruimte buiten de cirkel als het gebied van de onbeheersbare onderbewuste krachten. Het gebied binnen de cirkel was het gebied van het bewustzijn. Ook volgens Jung gaat het er om dat we ons als mensen staande weten te houden tussen de fundamentele (tegen-)krachten waaraan we zijn blootgesteld. Door op die manier de tegenstellingen te overbruggen neemt ons bewustzijn toe. Dat wordt sterker naarmate we het midden naderen en we daardoor ‘onze eigen totaliteit’ kunnen overzien. Dan kan een sterke ‘eenheid’ worden ervaren doordat de tegenstellingen tegen elkaar wegvallen en dus de scheiding tussen geest en materie en tussen het eigen ‘ik’ en de anderen dan wel het andere (de natuur) verdwijnt.

Moreel kompas

Het beeld van het Nieuwe Jerusalem, als het speelveld van de fundamentele krachten, komt sterk overeen met het mensbeeld zoals Rudolf Steiner dat beschrijft in zijn boek ‘Der Menschliche und der Kosmische Gedanke’[4]. Ook daarin gaat het erom het evenwicht te vinden tussen de meest wezenlijke krachten van geest en materie en die van het deel en het geheel. Dit patroon van cirkel en daarbinnen de verticale as van de verticale tegenstelling (geest-materie) en de horizontale as van het deel -individu versus het geheel – collectiviteit komt door alle tijden heen steeds weer tot uitdrukking in filosofie, kunst en cultuur [5]. Het komt ook overeen met de deugdethiek van Aristoteles, waarbij het ‘goede’, het midden is tussen de vele (duistere en onbewuste) ‘kwaden’ buiten de cirkel. Het kwaad ontstaat daar zodra, en omdat de menselijke waarden daar hun onderlinge samenhang verliezen en daardoor tot obsessies worden, die ten koste van alle andere menselijke waarden, en dus de ‘menselijke waardigheid’, worden nagestreefd. Verschuivingen in het menselijk waardepatroon naar het midden kunnen daarom als goed en deugdzaam worden gezien, terwijl verschuiving naar buiten als slecht en ondeugdzaam zijn aan te merken. Die leiden dus tot obsessies en karikaturen die vroeg of laat uitlopen op individuele of maatschappelijke catastrofes. Dit steeds weer terugkerende mens- en wereldbeeld is dus blijkbaar een moreel kompas.

Merkwaardigerwijze komt een dergelijk patroon ook naar voren wanneer in een sociaal onderzoek, gericht op het duurzaamheidsvraagstuk (2004), tienduizenden Nederlanders naar hun waardenoriëntatie wordt gevraagd. Ook op maatschappelijk vlak blijkt het zelfde mechanisme werkzaam. Dominerende maatschappelijke opvattingen hebben steeds weer de neiging om eenzijdig te worden, in hun karikatuur te ontaarden, tot obsessie uit te groeien en in catastrofe te eindigen. Onze huidige eenzijdigheid is een karikaturaal individualisme en materialisme, in termen van de Apocalypse, een teveel aan ‘ego en gewicht’.

Kees Zoeteman ziet de Apocalypse als een verhaal waarin in een spiraalvorm naar het uiteindelijke beeld van het Nieuwe Jerusalem wordt toegewerkt. Die spiraalvorm is naast het eerder genoemde vierkant en cirkel een symbool dat in filosofie, kunst en cultuur steeds weer opduikt. Het is niet alleen te vinden in oude grottekeningen, ook in het werk van Shakespeare is het een belangrijk thema. Het komt in de natuur extreem veel voor als de gulden snede. Het is de spiraalvormige weg waarlangs het midden van het labyrint moet worden bereikt, zoals in de kathedraal van Chartres. Die spiraalsgewijze gang naar het midden, waar de mens zichzelf en de omringende wereld als eenheid kan ervaren, is ook het thema van het middeleeuwse Parzifal-epos. In de muzikale versie van Wagner komt dat helder tot uiting. Om het midden te bereiken moet Parzifal, als de onbewuste mens, met alle facetten van het bestaan worden geconfronteerd om weerstand te leren bieden aan de tegenkrachten. Dat gebeurt (dus) zowel in de achtereenvolgende cultuurperioden als in het individuele mensenleven. Die voortgang op weg naar het midden (de ‘graalburcht’) leidt tot een hogere staat van bewustzijn en uiteindelijk tot de ‘ínwijding’ of eenheidservaring. Wanneer de tocht bijna vanzelf lijkt te gaan, zegt / zingt Parzifal:

Ich schreite kaum, doch bin Ich jetzt schon weit, waarop Gurnemanz, zijn begeleider, zegt:

Du siehst mein Freund, zum Raum wird hier die Zeit.

Voorbij ruimte en tijd

Naarmate we het ‘midden’ langs het spiraalvormige pad naderen, wordt de tijd dus steeds meer tot ruimte. Het beeld dat Kees Zoeteman heeft gemaakt van de laatste, 7e cultuurperiode (Laodicea) geeft Kronos weer, die symboliseert dat daarmee de tijd tot een einde is gekomen. Ook Schult (1976) bevestigt dat tijd en ruimte hier niet meer zijn. “De schepping is overgegaan naar het boventijdelijke en boven ruimtelijke eeuwigheidsbereik van God, naar de sfeer van goddelijke Al-eenheid, waar Gods licht, liefde en leven alle werelden en wezens doordringt”.

Laodicea, uitgebeeld met Kronos, Kees Zoeteman

De gang naar het midden, waarbij we het midden van de hemelse stad naderen, gaat dus gepaard met toenemend bewustzijn. Als het midden wordt bereikt dan vallen tijd en ruimte geheel weg, zoals zeer vele mensen dat beschrijven die een ‘eenheidservaring’ hebben gehad. Het toenemende bewustzijn, dat ontstaat door de spiraalvormige omcirkeling van, en daarmee tegelijkertijd de gang naar het midden, wordt geïnterpreteerd als een derde dimensie, die boven het 2-dimensionale vlak van de twee fundamentele tegenstellingen uitstijgt. Dat betekent dat we te maken hebben met een 3-dimensionale (trechtervormige) spiraal; naarmate we het midden meer naderen, stijgen we tegelijkertijd op in de richting van een hoger bewustzijn. In onze zoektocht naar de synthese van overgeleverde openbaringen, zoals Johannes’ Apocalypse, en hedendaagse wetenschappelijk opvattingen, geeft dit laatste inzicht aanleiding voor een concluderende, meer speculatieve, hypothetische beschouwing.

In de eerste plaats doet de constatering dat ‘de tijd tot ruimte wordt’ denken aan de talloze Bijna-Dood Ervaringen (BDE) die de afgelopen decennia door steeds meer mensen worden gerapporteerd. Steeds weer verklaren mensen de tijdelijke loop van hun leven bij de naderende dood voor zich te zien als één ruimtelijk tableau. Ook rapporteren ze dat ze een tunnel zien of daarin terecht komen, waarbij ze zich met grote snelheid verplaatsen. In veel gevallen nemen mensen bij BD-ervaringen de aarde waar vanuit de ruimte en beschrijven een ‘gang langs de planeten’. Tenslotte is het treffend dat veel mensen, en nadrukkelijk ook veel kinderen, spreken van een dubbele trechter of ‘diabolo’ waar ze doorheen (dreigen) te gaan.  Ook in kunst en cultuur komt dit tot uiting. Zo is in een gravure van Gustav Doré, op basis van Dante’s Divinia Comedia, een spiraalvormig patroon te zien, dat volledig bestaat uit engelen. De spiraal vormt een tunnel, waarvan aan het einde een sterk licht zichtbaar is. Door Maureen Venselaar [6] is daarbij de associatie gemaakt met ‘wormgaten’, de populaire benaming van de door Einstein en Rosen gesuggereerde hypothetische mogelijkheid om binnen de ruimtetijd sneller dan het licht te reizen en gescheiden universa aan elkaar te verbinden. De tijd komt daarbij stil te staan of wordt zelfs ingehaald. Dergelijke ‘wormgaten’ zijn 3-dimensionale spiralen en hebben inderdaad de vorm van een ‘diabolo’, twee trechters die omgekeerd tegen elkaar worden gehouden. Hoewel volstrekt hypothetisch zou daarmee veel kunnen worden verklaard. Niet alleen de BD-ervaringen, maar ook de Apocalypse wordt daarmee iets begrijpelijker. Het einde van de kleinere cyclus van het individuele mensenleven is dan hetzelfde als het einde van de grote cyclus van de zeven cultuurperioden (en grotere cycli) die in de Apocalypse worden beschreven. In beide gevallen valt de tijd weg en worden de gescheiden werelden van ‘hemel en aarde’ aan elkaar verbonden. Later zullen we dat wellicht ook wetenschappelijk beter begrijpen. Daarop vooruitlopend kunnen we ons er nu al bewust van worden. We mogen dat baseren op het inzicht dat wetenschap een staat van permanente verwondering behoort te zijn.

Gravure van Gustav Doré, op basis van Dante’s Divinia Comedia

Klaas van Egmond

Rotterdam 14 mei 2023


[1]    Tomberg, Valentin (1985)  Antroposophical Studies of the Apocalypse of St John Candeur Manuscripts; https://tomberg-over-de-apocalyps.blogspot.com/

[2]  Schult, Arthur, 1976, Weltenwerden und Johannesapokalypse, Bietigheim: Turm Verlag

[3]    Egmond, Daniël van, 1994-1995, Kabbalah en Westerse spiritualiteit, Openbaring van Johannes, verslag lezingen cyclus (http://www.nachtwind.nl/daniel-van-egmond.html)

[4]    Steiner, R. (1914) Der menschliche und der kosmische Gedanke. Rudolf Steiner Verlag, Dornach 1990 GA 151.

[5]    Egmond, N.D. van (2019) Homo Universalis, moreel kompas voor een nieuwe Europese renaissance.

[6] https://www.debijnadoodontrafeld.nl/ ; De (bijna-)dood ontrafeld in het licht van de Fibonacci-code.Bol.com

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.