Lisette Buisman 29 april 2023
Johannes, de schrijver van de Apocalypse, was een ziener en een ingewijde. De door Johannes opgeschreven Openbaring is een inwijdingsboek. Johannes heeft het geschreven op Patmos, getuige een van de eerste zinnen: ‘Ik, Johannes, uw broeder en deelgenoot in de beproeving… was op het eiland, genaamd Patmos…’ Hij was hier terecht gekomen nadat hij in Rome was gemarteld waarbij hij in een vat met kokende olie was gegooid. Op wonderbaarlijke wijze had hij dit overleefd, waarna hij door de Romeinen werd verbannen naar Patmos. Vanuit zijn grot op Patmos kon hij aan de overkant van de zee Efeze zien liggen, waar hij later heen zou gaan en waar hij het Johannes evangelie zou schrijven met de bekende zeven ‘Ik ben’ woorden.
De Apocalypse of Openbaring is zelf weer opgebouwd uit zeven delen. Het eerste is de inleiding waar we lezen over de Mensenzoon. Het tweede deel beschrijft zeven brieven aan zeven gemeenten. Beide delen zijn nog naar de aarde gericht. Dan komt het derde deel nadat Johannes zich verheft naar de hemel en hij de zeven zegels om de boekrol, die God op zijn schoot houdt, waarneemt. Die zegels kunnen alleen door het Lam, de Christus, worden geopend. Zonder dat zou de ontwikkeling hier gestopt zijn. Hier verschijnen beelden, dat is imaginatie (helderziendheid). Het oog wordt geschoold. Daarna verschijnen in het vierde deel de zeven bazuinen. Zij vertegenwoordigen tonen en klanken, de inspiratie (helderhorendheid). Het oor wordt geschoold. Later komen in het vijfde deel de zeven schalen van de toorn, van de boosheid. Wat niet recht is wordt recht gemaakt en wat krom hoort te zijn wordt krom gemaakt, zodat de mens weer aansluit op God en met God resoneert. Eigenlijk zijn de toornschalen de zuivere liefde van God en daaruit ontwikkelen we de intuïtie (helderwetendheid van de goddelijke gedachten). De tastzin wordt geschoold. Dan komt het zesde deel van Babylon, dat zijn de kwade of onwezenlijke dingen die we moeilijk kunnen loslaten, maar die vallen. En tenslotte is er het laatste, het zevende deel, over het Nieuwe Jeruzalem. Dat is het nieuwe dat komt. Dat was, dat is en dat komt. Dit is het belangrijkste om te onthouden. Het Nieuwe Jeruzalem is er eigenlijk al, het hangt om ons heen. Het stijgt niet op, maar het daalt af uit de hemel. Het is niet iets dat je kan nemen, want als je dat wilt, dan trekt het zich weer terug. Je kunt niets nemen dat je niet gegeven wordt. Het Nieuwe Jeruzalem is twaalfvoudig en daar zal geen Zon en Maan meer zijn, daar is alles rein. Wat niet rein is, kan er niet in. Zo is het boek van de Apocalypse zevenvoudig ingedeeld.
Als grote opmaat ontmoeten we in de Apocalypse de Mensenzoon. Dat is het oerbeeld van de mens. Deze Mensenzoon heeft haar wit als sneeuw, ogen als vuurvlammen, voeten als gloeiend metaalerts, een stem als bruisend water, met zeven sterren in de hand, uit de mond een tweesnijdend scherp zwaard en een aangezicht als de zon, dat elke morgen weer opnieuw in de wereld zichtbaar wordt.
Dit oerbeeld van de mens houdt de zeven sterren in zijn hand, dat zijn de engelen van de zeven gemeenten. En de zeven gouden kandelaren zijn de zeven gemeenten waarin de Mensenzoon verschijnt en die de zeven grote cultuurperioden van onze tijd vertegenwoordigen. Dan krijgt Johannes de opdracht om een brief naar de engel van elke gemeente te schrijven, waardoor de individuele mens nog vrij blijft om zich al dan niet te voegen naar wat de gemeenschap als geheel inspireert. Dat is het heel moderne aan de Apocalypse. In de opzet van de brieven die de zeven gemeenten krijgen zit op zich ook weer een zevenheid:
- Beschrijving van een aspect van de Mensenzoon dat bij die gemeente past,
- Een diagnose van de gemeente
- De consequenties van de diagnose (wat doen ze teveel of te weinig)
- De opgave naar de toekomst
- De belofte
- De vermaning: wie oren heeft die hore
- De beschrijving van de overwinning (Gr: Nikè)
Kenmerken van de zeven gemeenten zijn:
- Efeze: godin Artemis, vruchtbaarheid, Maan, fysieke lichaam, Oud-Indische cultuur.
- Smyrna: levenskrachten, ether, tegenstelling licht-duister, Oud-Perzische cultuur
- Pergamon: astrale, de ziel, Egyptisch-Babylonische cultuur
- Thyatira: hier komt het Ik en het denken, Grieks-Romeinse cultuur
- Sardes: de geest zelf gaat spreken (Manas, geestzelf), Germaans-Angelsaksische cultuur
- Filadelfia: broederschap, het levende in de geest werkzaam (Buddhi), Slavische cultuur
- Laodicea: opstaan van de geestmens, zoals de Mensenzoon (Atman)
Dit zijn de omhullingen waarin we als mens kunnen werken. Bij elke gemeente wordt er ook iets gezegd wat ons tegenhoudt bij welk ontwikkelingsaspect:
- Efeze: hebt eerste liefde verlaten; die krachten sterken ons bij ons fysieke leven op aarde
- Smyrna: vrees voor pijn; pijn dragen geeft kroon en geen schade aan tweede dood
- Pergamon: troon satan; lijden aangaan geeft loutering ziel en verborgen manna
- Thyatira: leer de belofte te behouden die je hebt; oude loslaten zodat nieuwe kan komen
- Sardes: je denkt dat je leeft maar bent dood; belofte witte gewaad, levensboek
- Filadelfia: sleutel van David opent/sluit; worden tot tempelzuil in nieuwe schepping
- Laodicea: lauwheid; deelhebben aan hemelvaart en op troon nieuwe wereld zitten.
De mensen maakten vroeger tempels waar de godheid kon zijn. Daar vind je de verbinding tussen religie en kunst. Daar konden mensen indrukken opdoen van het goddelijke. In de christelijke kunst kan je het goddelijke in de mens zelf leren kennen. De kunst heeft heel lang tempels gebouwd opdat de mensen de godheid konden ontmoeten. Het was een mysterieuze plaats. Hier ontmoeten elkaar de bouwkunst, de beeldhouwkunst, de schilderkunst, de muziek, de bewegingskunst, de woordkunst. Tenslotte is de levenskunst er om uit de inspiraties van de andere kunsten te kunnen handelen. Kunst is altijd een brug tussen hemel en aarde opdat wij het Nieuwe Jeruzalem kunnen worden.
Johannes beschrijft in de Apocalypse het geboorteproces van de nieuwe wereld waar de mens en het goddelijke zich verenigen.
In de chaos van veranderingen waarover de Apocalypse spreekt is er ook telkens een fase van ‘een grote stilte’. Daaruit kan ‘de wording’ van al het nieuwe geschieden.
0 reacties