De morgenster en de vierde straal

13 mei 2022 | Apocalypse in discussie, Blog, Nieuws, Uitleg stralen in spiraal | 0 Reacties

Kees Zoeteman

En ik keerde mij om

Al aan het begin van de Apocalypse treffen we de zin aan ‘En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had’ (Op.1:12). Het omkeren is een stap die bij uitstek hoort bij de vierde straal, waar de Christus op aarde verschijnt en ons toespreekt en waarvan de Apocalypse getuigt. Omkering is onze blikrichting diametraal veranderen: in plaats van naar buiten te kijken, waar de wereld van de zintuigen ons aanlokt en verblindt, blikken we nu naar binnen. In plaats van onze leiding en bevestiging buiten onszelf te zoeken bij onze familie, onze groep, onze gemeenschap, etc., gaan we nu luisteren naar die eerst nog nauwelijks opgemerkte stem binnenin ons.

Wat is er voor nodig om de stem binnenin ons te gaan waarnemen? Niet alleen is deze in het begin nauwelijks hoorbaar, ook zijn er grote obstakels om aan die innerlijke stem aandacht te gaan besteden. We moeten angst overwinnen om ons oude houvast los te laten. We moeten moed ontwikkelen om onze aanvankelijke eenzaamheid, die ontstaat bij het loslaten van onze groep of groepen, te overwinnen.

Door de eenzaamheid gaan

Rond mijn vijftigste jaar had ik een inzicht dat hiermee te maken had. In een meditatie voelde ik mijn levenssituatie als hangend aan een kruis. Ik had daarbij een merkwaardige ervaring. Je zou verwachten dat ik een afkeer had van het gekruisigd zijn, maar ik ervoer dat het gekruisigd zijn me ook een gevoel van veiligheid gaf. Dat kruis beperkte me, maar gaf me ook een vorm van houvast. Ik wist wat ik allemaal aan zekerheden had opgebouwd in mijn leven. Dat gaf me weliswaar geen ruimte voor de toekomst, maar het was een verleden dat me geruststelde. Tegelijk schalde door mijn hoofd de zin: ‘Ik ben vrij om te gaan en te staan waar ik wil!’ Ja, dat was de stem die ik wilde volgen. Dan zou ik al dat oude houvast verliezen. Ik zou helemaal op mezelf komen te staan. Ik realiseerde me dat vrijheid en eenzaamheid samen gaan. Daarop vatte ik de moed om me aan de eenzame vrijheid over te geven. En ik besloot datzelfde jaar om in mijn eentje een reis te maken naar de gemeenten van de Apocalypse in Turkije en naar Patmos.

Kruis en opstanding

Het kruis van de vierde straal zou je in zekere zin kunnen omschrijven als het aanvaarden van die eenzaamheid. Deze eenzaamheid is er op het moment dat je de beslissing neemt om die innerlijke weg te gaan, terwijl op dat moment het horen van de innerlijke stem meer een vermoeden dan een realiteit is.

Het is dus wel invoelbaar dat de thema’s omkering, kruis, eenzaamheid, en opstanding uit de eenzaamheid, bij elkaar horen als thema’s van de vierde straal. Eerst is er wanhoop en verdriet over de eigen eenzaamheid. De eenzaamheidservaring is een drempel ervaring. Wat er ook aan steun van buiten komt, het kan maar kort bevredigen en de innerlijke leegte niet wegnemen. Langzaam begint het te dagen dat je lot in je eigen hand ligt. Je kunt zelf een besluit nemen om niet langer te wachten op hulp of steun van anderen. Zelf kan je besluiten om wie je bent te laten zien aan de ander. Laten zien wie je bent zonder enige berekening op een verwachte wederdienst. Steeds beter leren luisteren naar wie de ander is en daarom ook steeds dieper de ander en het andere ontmoeten. Zo ontstaat later geleidelijk aan de morele impuls van broederschap en naastenliefde. Dit is het resultaat van de steeds grotere rol die we aan de stem van het geweten bij ons handelen gaan geven. Het zijn allemaal manifestaties van de geboorte van het Christusbewustzijn in ons hart. En daarmee ontstaat er iets geheel nieuws op aarde dat met allerlei verschillende termen wordt aangeduid: na de omkering volgt de opstanding, de morgenster, het zien van het Lam met de 144 000 op de berg Sion, het klinken van een nieuw lied, een nieuw oerbegin voor God. We zullen hier verder bij stilstaan.

Morgenster (fragment 7)

Een symbool voor de opstanding is de morgenster. De morgenster is niet de felle zon van de nieuwe dageraad, maar het teken van de ster in het eerste licht aan de kim, aan het einde van de donkere nacht, dat erop duidt dat de dag aanstaande is. De heldere planeet die voor de opkomst van de zon aan de horizon verschijnt, is Venus en een kortere periode van het jaar Mercurius. In de middeleeuwen hebben de occultisten om nieuwsgierigen op een dwaalspoor te brengen de namen van Venus en Mercurius omgewisseld. In de tijd van Johannes werd met de morgenster nog Mercurius bedoeld (GA 104, p.83). Mercurius is de maatgevende planeet voor de tweede helft van de vierde incarnatie van de Aarde, terwijl die rol de eerste helft voor Venus was weg gelegd. Ook wordt Christus zelf wel als de morgenster, de lichtbrenger, aangeduid (2 Petrus 1: 17-19). Daarmee wordt uitgedrukt dat de mens weliswaar door de ik-impuls rijp werd tot zelfstandigheid, maar dat door de Christus de mensen tevens door de broederliefde tot elkaar gebracht werden, een liefde die niet meer afhankelijk was van bloedverwantschap (GA 104, p. 148). Door de broederliefde kan de mens het egoïsme overwinnen. De morgenster leidt de mens naar de zon, zijn goddelijke herkomst en toekomst.

De 144 000 op de berg Sion (fragment 36)

De uitverkozen 144 000 zijn de verzegelden die in staat zijn om de vruchten van de aarde-ontwikkeling naar de toekomstige fase van de volgende aarde incarnatie, de Jupiter aarde, over te brengen. De 144 000 zijn opgebouwd uit telkens 12 000 vertegenwoordigers van de 12 stammen van Israel en symboliseren de oogst uit de gehele mensheid. Immers direct daarna ziet Johannes een grote schare die niemand tellen kan, afkomstig uit alle landen en volken en talen, die voor de troon van God staan. Het getal van 144 000 duidt op de volledigheid, het tot zijn bestemming komen van de hele mensheid, die hier wordt bereikt. Dit zal overigens in stappen gaan, want telkens komen er nieuwe kansen voor hen die na een tijdcyclus nog zijn achtergebleven (Rudolf Steiner, GA 104, 12de  voordracht, 30 Juni 1908).

Foto: Andrew Shiva / Wikipedia, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=30066666

De berg Sion wordt hier genoemd als een plek die wordt geassocieerd met de woonplaats van de God van het Joodse volk (JHVH) op aarde. Het is een heuvel van 765 m hoog in Jeruzalem. Andere namen die aan deze berg zijn gegeven betreffen de berg Moria en de Tempelberg. In de loop van de tijd is de naam Sion echter aan een andere heuvel van Jeruzalem overgedragen.

Rond 1000 voor Chr. veroverde koning David de op de oorspronkelijke berg Sion gevestigde burcht, waarna koning Salomo hier de tempel van Salomo bouwde die rond 586 v. Chr. door de Babylonische koning Nebukadnezar II werd verwoest. Enkele decennia later stonden de Perzen, die de Babyloniërs hadden verslagen, toe dat de tempel werd herbouwd. Deze tweede tempel is, dit alles volgens beschrijvingen in de Bijbel, in 70 na Chr. door de Romeinen verwoest. Op het Tempelplein bevindt zich nu de Al Aqsa moskee, een van de drie grote heiligdommen van de moslims. Van de tweede Joodse tempel is alleen de Westmuur nog aanwezig, die nu als de Klaagmuur bekend staat. Deze muur schraagt het Tempelplein. Voor de Joden is dit het punt waar het heilige van de vroegere Tempelberg het dichtst kan worden genaderd.

De betekenis van de berg Sion is in de loop van de tijd voor de Joden ver uit gestegen boven de historische feiten en kreeg de betekenis van de plaats waar de toekomst van de mensheid zich afspeelt, het nieuwe Jeruzalem. 

Een nieuw lied  (fragment 36)

Als we horen dat er een nieuw lied klinkt, dan kunnen we dat begrijpen als het begin van een nieuwe schepping. Bock (p.226-232) typeert dit zingen van het nieuwe lied door de 144 000, die om de Christus geschaard staan, als het hoorbaar worden van de innerlijkheid van de mensheid tezamen met de klanken van de harpen van de kosmos nadat de klanken van de bazuinen tot zwijgen zijn gekomen. Door deze dubbelklank van harpen en het zingen van het nieuwe lied wordt de nieuwe wereld geweven. Hier krijgt het woord dezelfde scheppende kracht als het Woord in het oerbegin van de schepping had. Aan de schepping van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zal ook de gelouterde mensheid deelnemen.

Een nieuw oerbegin voor God (fragment 36)

Rudolf Steiner (GA 346, 169-176) legt een nog dieper verband tussen dit nieuwe lied en een eerder moment waarop het nieuwe oerbegin werd gestart, namelijk tijdens het midden van het Atlantische tijdperk. In ons vijfde Na-atlantische tijdperk van de bewustzijnsziel zal met nieuw bewustzijn het beeld ervaren worden van de vrouw bekleed met de zon, de maan onder haar voeten, en een knaapje barend. Dat is het beeld dat tot leven kwam in de Grieks-Romeinse cultuurperiode en herinnerde aan het oerbegin van de missie van Christus om van de zon af te dalen naar de aarde en in de Na-atlantische tijd in een mens te incarneren. De geboorte van het Ik in de mens is een nieuw oerbegin voor God. Vanuit het Ik kan de mens zich gaan ontwikkelen tot een nieuwe hiërarchie van wezens, de tiende hiërarchie.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.