Kees Zoeteman en Astrid van Zon

Een schat uit de 15de eeuw over de Apocalypse is te vinden in Brugge. 

De geschiedenis van Brugge

Ach, hoe is het Belgische Brugge in de loop van de eeuwen afgesneden geraakt van haar levensader, de Noordzee. Van de 12de tot in de 15de eeuw is Brugge het centrum van de wereldhandel. Het Zwin, de open zeearm, gelegen ten zuiden van wat we nu als de Wester Schelde kennen, is de poort tot de wereld. De grote diepe inham is, ten minste bij vloed, in die tijden toegankelijk voor zeeschepen en schenkt het leven aan de ten noorden van Brugge uit nood ontwikkelde getijdehavens van Damme (1180), Mude (1213), Monikerede (1226), Hoeke (circa 1250) en Sluis (1290). ( https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/0/04/1274_1617_Carta_Flandri%C3%A6_nr_v_Tuyne.jpg)

Deze, in de strijd tegen de verzanding, steeds dichter bij de zee gelegen Zwinhavens vormen met Brugge de ontmoetingsplaats voor de drukke handelsactiviteiten, halverwege op de zeeroute tussen de Baltische steden in Noord-Europa en de Middellandse Zee in Zuid-Europa. Later nemen Zeebrugge, Antwerpen en Rotterdam deze functies geleidelijk aan over en rest van Brugge, eens de residentie van het Bourgondische vorstenhuis, een gedenkwaardig monument waarin schatten van vervlogen eeuwen nog steeds zijn te bewonderen.

Eén van die schatten is te vinden in het Sint-Janshospitaal, dat als museum-kerk werken toont van onder meer de Vlaamse schilder Hans Memling (ca 1440-1494) en in het bijzonder de door hem voor het altaar van deze kerk gemaakte triptiek uit 1479.  

Zijaanzicht Sint-Jans Hospitaal museum Brugge (foto Kees Zoeteman)

De triptiek van Memling

De triptiek van de hand van Memling was buiten zon- en feestdagen afgesloten door beide panelen waarop dan de portretten te zien waren van de financiers van het kunstwerk. Nu staat het permanent ten toon gesteld in geopende vorm. Het valt de bezoeker meteen op door het grote formaat (zo’n 2 bij 4 meter) en de frisse kleuren. Door de forse afmetingen kon Memling in de vergezichten vele details aanbrengen over het leven in de stad die op de achtergrond van de hoofdpersonages een rol mee speelt. Het middendeel toont Maria met kind, en beide Johannessen en op de voorgrond de twee hospitaalheiligen Catharina en Barbara. Ook zijn er stadse taferelen op de achtergrond te zien bij het linkerpaneel, dat aan Johannes de Doper is gewijd. Bij het rechterpaneel, dat onze bijzondere interesse heeft wegens de afbeelding van Johannes de schrijver van de Apocalypse, wordt niets van het dagelijkse leven in de stad terug gevonden. Hier heeft Memling op verrassende wijze de volgorde van de visioenen, zoals die in de Apocalypse achtereenvolgens zijn beschreven, steeds verder naar de horizon gaand, uitgebeeld.

De triptiek van Hans Memling (1479), Sint-Janshospitaal te Brugge; Maria en kind en de beide Johannessen, links Johannes de Doper en rechts Johannes de schrijver van de Apocalypse (foto Kees Zoeteman)

Als we de tijd kunnen nemen om de triptiek langer en met een rustige stemming te beschouwen, kunnen we ons in de verbeelding inleven en er verbinding mee krijgen, die ook thuis nog dagen na kan werken. De verbeelding van Johannes de schrijver van de Apocalypse trekt de aandacht vanwege de heldere stemmige kleuren die Memling gebruikt. De kleuren roepen een stemming op in de ziel die als een brug werkt om Johannes naderbij te komen. Gezeten op de hoge rots, de handen rustend op het boek, het hoofd iets omhoog waardoor een wereld van achteren accent krijgt, waarnemend en luisterend en opnemend wat zich openbaart. Een contemplatief beeld. 

In de hemel een geopende deur

Linksboven in het rechter paneel zien we in een regenboogcirkel het centrale en steeds weerkerende visioen van de troon van God met het Lam en daaromheen de 24 oudsten in witte gewaden. Opnieuw is Johannes daar afgebeeld, maar nu op de rug gezien, terwijl hij, na te zijn opgetild in de geest, het troongezicht ontvangt (tekstfragment 12, Op. 4:1): Daarna zag ik. En zie: in de hemel een geopende deur. In deze cirkelvormige regenboog zien we om de troon opnieuw een kleinere regenboog afgebeeld. En als we nog beter kijken zien we een derde regenboog, die bestaat uit de reflectie van de grote regenboog in het water achter de rots waarop Johannes is gezeten. En een vierde bij de gestalte onder de onweerswolk. Deze regenbogen benadrukken dat wat is afgebeeld gaat over de wereld die zich achter het zichtbare licht afspeelt. Alle afzonderlijke figuren die in de geestelijke wereld zich aan Johannes voordoen na het eerste troongezicht zijn in een band van links-midden naar rechts-boven ondergebracht.

Eerst zien we de ruiters die verschijnen bij het openen van de eerste vier zegels van het boek op de schoot van degene die op de troon is gezeten. We zien de ruiters op het witte, rode, zwarte en vale paard (tekstfragmenten 13, 14, 15 en 16). De spelonken waarin mensen zich proberen te verbergen refereren aan het openen van het zesde zegel.

Direct daarboven zien we een eiland waarnaast een enorm brandend rotsblok neervalt en schepen die vergaan. Dit en de rechts daarvan geschilderde beelden van strijders op paarden terwijl er vuur uit de hemel valt, vertegenwoordigen de gevolgen van het blazen van de verschillende bazuinen (tekstfragmenten 23 tot 28).      

Rechter paneel met Apocalypse; Hans Memling 1479 (foto Kees Zoeteman)

Gaan we nog verder omhoog dan zien we in de verte de gestalte van de engel met één voet op het land en één voet op de zee, aankondigend dat er geen tijd meer zal zijn (tekstfragment 29).

Boven de hier afgebeelde horizon betreden we het gebied van de grote hemelse visioenen. Eerst is daar een enorm onweer dat weergeeft dat we hier niet zomaar een grens passeren, maar naderen tot een hogere geestelijke sfeer. Nu pas kan Johannes het visioen van de belofte van de jonkvrouw die het mannelijk kind baart waarnemen, het kind dat staat voor de goddelijke roeping van de mens om een zelfbewust wezen te worden dat kiest voor de onbaatzuchtige liefde (tekstfragment 33). En dit kind wordt bedreigd door de vuurrode draak met zeven koppen. Hier zijn we bij het centrum van de Apocalypse beland, dat zijn vervolmaking vindt in het troongezicht waarmee het schilderij van Hans Memling begon.  

Detail rechterpaneel

Het bijzondere van dit rechter paneel  is de omvattende weergave van zoveel onderdelen van de Apocalypse. Eigenlijk wordt de gehele eerste helft van dit boek in één beeld voor de toeschouwer getoond en de hoogste plaats tot waar het menselijke bewustzijn kan reiken: Gods troon.

Beide Johannessen

Het beeld van Johannes op de rots beslaat het halve rechter paneel. Dit roept de vraag op wie deze qua grootte zo centraal geplaatste mens is, die open kan staan voor de openbaringen over de toekomst van de mens, een toekomst over wie en hoe de mens kan worden. Dat brengt de aandacht ook weer naar het gehele triptiek en de context waarin het verhaal van de Apocalyse is geplaatst. Op het middenpaneel zien we Johannes samen met Johannes de Doper afgebeeld, ieder aan een zijde van de madonna met het kind. Johannes de Doper, afgebeeld met het Lam, en de andere Johannes met de kelk, een wat minder bekend symbool voor hem. Het linker paneel verbeeldt de dood van Johannes de Doper. De vraag die opkomt is wat de samenhang is tussen deze twee Johannesfiguren.                                                              

Beide Johannessen hebben ieder een bijzondere rol in het leven van Jezus Christus. Johannes de Doper staat aan het begin van het leven van Jezus. De moeder van Jezus en de moeder van Johannes zijn nichten en zoals de bijbel vermeldt, als ze elkaar, beiden nog zwanger, ontmoeten, springt het ongeboren kind Johannes op in de schoot van zijn moeder door de herkenning met het ongeboren kind Jezus. Later doopt hij de mens Jezus, waarbij de kosmische Christus zich met de mens Jezus verbindt. Johannes de Doper wijst de mensen op een nieuwe tijd die hierdoor gaat komen. De Christuskracht moet toenemen en hijzelf, Johannes de Doper als representant van een oude tijd, moet afnemen. De mens moet leren Christus in zichzelf te ontdekken en te wekken. Johannes de evangelist en schrijver van de Apocalypse staat aan het einde van het leven van Christus, samen met Maria, aan het kruis. Hij kan als enige van de apostelen aanwezig zijn bij het sterven van Jezus Christus. Hij is bewust aanwezig bij het sterven. Dit komt doordat hij eerder als Lazarus openbaar van Christus een inwijding ontvangt en daarna verder leeft als Lazarus-Johannes. Daarover is meer uitgebreid geschreven door onder meer Rudolf Steiner (GA 112, p.135), Judith von Halle, (Vom Mysterium des Lazarus und der drie Johannes, 2009, Dornach: Verlag fur Anthroposophie) en  Loek Dullaart (Johannes, de doper en de evangelist, 2006, Assen: Nearchus, p. 26). De beide Johannessen staan aan het begin en aan het einde van het leven van Christus, de een als voorloper, de ander als navolger. 

Johannes, de schrijver van de Apocalypse, is een beeld van de mens die wij in de toekomst mogen worden (zie ook Hans Stolp, Het geheim achter het Johannesfeest, Verwachting, 2015, nr 75, p.11). Het schilderij van Memling geeft ons een beeld van dit bijzondere mysterie, waarbij de beide Johannessen met elkaar verbonden zijn als in een mystiek huwelijk. Dit mysterie wordt door Memling aan ons getoond. Het beeld is als het ware zelf een open deur voor ons naar een andere wereld. Zonder dat we er misschien ook maar iets van begrijpen, kunnen we deze beelden in de ziel opnemen. De stille overgave aan de verbeelding kan lang naklinken. We kunnen het beeld keer op keer in onszelf oproepen, er mee leven, er vragen over stellen, het onderzoeken. Om gewekt te worden voor een geestelijke wereld die werkzaam is op aarde en die in ons innerlijk mee kan klinken. Die door ons innerlijk naar buiten kan treden. Om zelf tot zien te komen en eens net als Johannes voor een geopende deur te staan.