Kees Zoeteman en Astrid van Zon
Op de zevende straal vinden we de tekstfragmenten die de voltooiing van de schepping van de mens weergeven. De impulsen die deze schepping hebben begeleid, vinden hier hun bestemming. De overwinnaars worden uitgenodigd te zitten met Christus op de troon van God de Vader (fragment 10). Wie zijn de overwinnaars? In fragment 19 zijn de eerstelingen al afgezonderd als degenen die zijn verzegeld aan hun voorhoofd, de 144 000. Op de zevende straal ontneemt God de tegenkrachten hun heerschappij en nemen de Vader en de Mensenzoon de koninkrijken van de wereld onder hun hoede (fragment 31). En fragment 39 toont de overwinnaars van de beesten, die opkwamen uit de zee en de aarde, terwijl zij staan op de kristallen zee met harpen in hun handen nu het oordeel van God openbaar is geworden. Mochten deze signalen nog niet duidelijk genoeg zijn, bij fragment 47 klinkt uit de troon ’Het is volbracht’. Dit wordt tenslotte zichtbaar in het nieuwe Jeruzalem dat afdaalt uit de hemel (fragment 47). Hoezo betekent Apocalypse ondergang? Tot die conclusie kan alleen degene komen die zich uitsluitend op de materiële aarde richt. De geestelijke aarde laat juist een lichtende toekomst zien.
De Amen
We hebben gezien dat alle brieven beginnen met een omschrijving van de Mensenzoon die Johannes aanspreekt. In de zevende brief wordt de Mensenzoon de Amen genoemd. Het woord amen komt voor aan het eind van een tekst, een gebed of zegening, en werkt als een bekrachtiging van hetgeen is uitgesproken. Het woord betekent: waarlijk, het is zo of het zij zo! Het woord wordt terug gevonden in de Thora, in de Bijbel en de Hadith waar men afsluit met amin. Een hypothese is dat het woord al uit de Egyptische tijd stamt als de benaming van Amen (Amon) Re, de zonnegod waar het de betekenis van Schepper God of ook wel oergod heeft. Bijzonder is dat bij de zevende brief de omschrijving van de Amen, samengaat met het oerbegin van de schepping. De omschrijving van de Mensenzoon met de Amen is als een bekrachtiging voor de voltooiing waar het in de zevende straal om gaat.
In het Amen kunnen we ook het A(O)UM herkennen dat nog een oudere oorsprong heeft. Dit draagt een zelfde betekenis in zich. Het is een heilig begrip dat de oeroude Indische yogi gebruikten om de aarde-evolutie van verleden, heden en toekomst aan te duiden. Het wordt aan het begin en einde als heilige uitroep van de hindoeteksten gebruikt. Rudolf Steiner beschrijft dat in het midden van de Atlantische tijd de geboorte van de spraak plaats vindt en noemt als eerste klank het A(O)UM. Hij noemt dat wijze vrouwen in die tijd zo verbonden zijn met de natuur, dat de planten, de wind, de stenen, de dieren en de bomen zich in het innerlijk van de vrouwen uitspreken. Men beleeft klank en toon en ritme. Dit zet zich om in een natuurtaal, de klanken van A(O)UM, die alsmaar herhaald worden door de jonkvrouwelijke priesteres. Als we kijken naar de afzonderlijke klanken, dan drukt zich in de A uit aanvang en verwondering, openen, het overwinnen van het dierlijke. In de O vinden we een liefdevol omvatten en in de U de stemming van eerbied en vereniging met het goddelijke. In de M drukt zich uit overgave, devotie.
Het Amen en AUM vertegenwoordigen het woord van de Geest, van God. Het wordt gebruikt bij de aanvang en het einde van het gebed om hetgeen uitgesproken wordt te heiligen en bekrachtigen.
Loutering
De voltooiing kan pas plaatsvinden als de loutering van de geestelijke kwaliteiten, die voor de nieuwe mens vereist zijn, in alle lagen van de ziel is gerealiseerd. Alles komt voort uit het niet alleen door de goddelijke wezens maar ook door de mens zelf gewild zijn. Het witte gewaad is hiervan de getuigenis.
Lauw
Hoe kunnen we de uitspraak in de brief aan Laodicea dat ‘de mensen die lauw zijn uitgespuwd zullen worden’ opvatten? Er is een gezegde “zo lauw als een Laodiceeër”. Het is iemand die nergens koud of warm voor loopt. We kennen ook de uitspraak dat iets een lauwe reactie ontvangt. Je krijgt dan geen hoogte hoe iemand er over denkt. Loopt hij er warm voor of staat hij er afwijzend tegenover? In het lauwe vinden we geen standpunt of wilskracht. Het lijkt dan of er geen oog is voor waar het om gaat, geen bewustzijn en geen liefde om een morele afweging te maken die nodig is. Warmte en koude hebben het nodig dat ze elkaar doordringen om enerzijds vanuit liefde te werken, zonder op te lossen of jezelf te verliezen, en anderzijds vanuit bewustzijn, zonder te verstarren. Dan kun je een liefdevolle distantie ontwikkelen om tot morele keuzes te komen. En kunnen we offervaardig worden, wat niet betekent dat je je opoffert maar dat je handelingen kunt doen vanuit het innerlijk kennen van de ander zonder je eigenheid te verliezen.
Koop van mij goud, in het vuur gelouterd
In de brief aan de gemeente Laodicea worden de inwoners nog niet als overwinnaars aangesproken. In de zevende fase van de voltooiing wordt zichtbaar wat in de zesde fase is beslist. In dit geval komt, zoals we zagen, de briefschrijver tot het oordeel dat de gemeente lauw is en daarom moet worden uitgespuugd. Er volgen nog enkele vermaningen aan de inwoners die zich tevreden wentelen in hun welvaart. ‘Koop van mij goud dat in het vuur (van de geestkracht is) gelouterd, en een wit gewaad zodat de schande van je (morele) naaktheid niet openbaar wordt en zalf om je ogen mee te zalven, opdat je (wat werkelijk van waarde is) mag zien’. In deze fase is er nog hoop voor de mensen die zich niet omgekeerd hebben. Vrij is de mens om te kiezen. En ‘als iemand hoort mijn stem en opent de deur, ik zal bij hem binnen komen, en het maal met hem houden, en hij met mij.’ Hier spreekt geen autoritaire God, hier wordt de vrijheid van de mens volledig gerespecteerd. Ook kunnen we hier de mogelijkheid van de mens zien om iedere keer weer nieuw te worden. De grondtoon van ons bestaan noemt Hannah Ahrend nataliteit, geboortelijkheid. Als een mens fysiek geboren wordt op aarde ontstaat er met deze mens een nieuwe mogelijkheid tot verandering van de wereld. Dit ontvouwt zich in de loop van het leven. Telkens kan de mens weer opnieuw beginnen, nieuw geboren worden. In feite kan de mens iedere dag opnieuw geboren worden en medeschepper van de wereld worden door deze te vernieuwen.
De 144 000 verzegelden
Gaandeweg hebben de menselijke keuzes gevolgen en die zijn in de loop van de tijd, dichter bewegend naar het centrum van de spiraal, steeds moeilijker te veranderen. Maar ook worden zij, die de wereld van de geest volgen, behoed voor het karma dat zich opbouwt in de vorm van rampen en stormen. De vier engelen die klaar staan om de aarde en de zee te beschadigen mogen dat lot pas voltrekken als de 144 000 dienaren van God aan het voorhoofd zijn verzegeld. Waarom aan het voorhoofd? Het voorhoofd is de plaats waar het Ik van de mens zijn aangrijpingspunt heeft. Wanneer het ik indaalt wordt het voorhoofd van de mens hoger. Van hieruit gaat het vuur van het hoger zelf helderder schijnen naarmate de waarheid scherper wordt gezien en morele keuzes verder doorbreken.
De koninkrijken van de wereld zijn geworden van onze Heer en van zijn Gezalfde
Getty Apocalypse, de 7e bazuin, waarschijnlijk afkomstig uit Londen, 1255-1260, J. Paul Getty Museum
Bij het klinken van de zevende bazuin verschuiven de verhoudingen binnen het zonnestelsel. De missie van de vaste minerale Aarde, en de mens die daarop woont, is volbracht. Wat nog rest aan materie lost op. Alles gaat over in een astrale toestand waarin de omgeving nog slechts ervaarbaar is als gevoelens en emoties. Christus, die eerder vanaf de Zon neerdaalde op Aarde, voert nu de Aarde en de mens, die het Manas heeft ontwikkeld, weer terug naar de zonnesfeer. De Vader en de Zoon nemen het koningschap van de wereld op zich. De rol van Ahriman als Heer van de wereld is uitgespeeld.
Gods oordelend beschikken is openbaar geworden
Tekstfragment 39 beschrijf dat Gods oordelend beschikken openbaar is geworden. Is het dan nog verrassend wat de uitkomst van Gods oordeel zal zijn? Wordt niet gewoon de wet van karma toegepast? Het oordelend beschikken lijkt aan te geven dat dit niet altijd zo eenduidig is. God kan toch een reden zien om af te wijken van het algoritme van de oorzaak-effect keten. Als de verloren zoon, die zijn deel van de erfenis er al door heeft gejaagd vol deemoed terugkeert, is er liefde in God en ontvangt hij hem toch als een volwaardige zoon waarvoor hij een feestmaal laat klaarmaken. En als de notabelen en welgestelden bij het bruiloftsmaal het te druk hebben om aan de uitnodiging van God gehoor te geven, laat hij de bedelaars en zwervers van de straat komen. Gods oordelend beschikken is vol verrassingen en niet berekenbaar.
De kristallen zee
De kristallen zee of kristalhemel is waar de vaste sterren van de Dierenriem en de daaronder gelegen zeven planeetsferen door een ‘hemelgewelf’ worden omsloten. Daar werden de daden van de wezens van een vroegere evolutie dan de Oude Saturnus gedeponeerd, nog vóór de scheppers van de mensheidsevolutie, de goddelijke Drie-eenheid, aan dit werk begonnen (GA 110, p.158). De kristalhemel is in het Bijbelse Genesis 1:7 vernoemd op de tweede scheppingsdag als God scheiding aanbrengt tussen de wateren die onder het uitspansel zijn en de wateren die boven het uitspansel zijn. De Grieken noemden de kristalhemel Uranos en de Indiërs Varuna (GA 93, p.48). De kristalhemel is buiten de ruimte te vinden en rust in Gods geest en is tegelijk de bron van levende beweging en de tijd, aldus het wereldbeeld van Dante’s Goddelijke Komedie.
Het nieuwe Jeruzalem
Tenslotte bereiken de overwinnaars het nieuwe Jeruzalem. Ze worden aangeduid als de bruid, als het nieuwe Jeruzalem zelf, dat neerdaalt uit de hemel van God, kostelijk aangekleed voor haar echtgenoot, het Lam. Hier zegt degene die op de troon zit: zie ik maak alles nieuw. Een nieuwe aarde incarnatie vangt aan. En de nieuwe mens, die nu de rang van engel heeft bereikt, treedt naar voren. De stad heeft een gelijke lengte, hoogte en breedte, ofwel is een kubus gelijk.
Het is dezelfde kubus die Rudolf Steiner heeft aangegeven op het zevende van de Grote Zegels die hij heeft laten maken voor het Congres van de Federatie van Europese secties van het Theosofische Gezelschap in München van 18-21 Mei 1907, zoals hierboven afgebeeld.
De fysieke kubus staat voor het nieuwe lichaam van de toekomstige mens, dat wordt verlevendigd door de als slangen aangeduide etherkrachten en het met de kleuren van de regenboog aangegeven astrale lichaam. In de gereinigde ziel van de mens, verbeeld in het eerder genoemde witte kleed en hier in de omgekeerde graal beker, kan de heilige geest, verbeeld als de witte duif, indalen. De engel in de mens staat op in het nieuwe Jeruzalem.
0 reacties