Een uniek Nederlands paneel van de Vrouw bekleed met de zon en de maan onder haar voeten in Boymans van Beuningen te Rotterdam

5 september 2021 | Apocalypse in discussie, Blog, Nieuws | 0 Reacties

Astrid van Zon

De verheerlijking van Maria, Geertgen tot Sint Jans (1490-1495); bron: https://www.boijmans.nl/collectie/kunstwerken/3730/de-verheerlijking-van-maria

Regelmatig zoek ik haar op. Soms is ze er niet en is ze uitgeleend, soms hangt ze op een andere plaats. Op dit moment, zomer 2021, is ze niet te bezoeken vanwege de sluiting van het museum. Dat is niet erg; ik ken haar inmiddels zo goed dat ik haar in mezelf op kan roepen en haar voor me zie. Een frêle vrouw met een kind op haar armen, omgeven door een stralend licht, staand op een maansikkel waaronder een draak met opengesperde bek, opkijkend naar de vrouw. De vrouw draagt een steenrode mantel en  een kroon op het hoofd met 12 sterren. Het geheel is omgeven door drie kringen van engelen.

Het is een klein paneeltje (26,8 bij 20,5 cm) waarop deze afbeelding geschilderd is en het wordt toegeschreven aan Geertgen tot Sint Jan, een schilder die lekebroeder in Haarlem zou zijn geweest in de laat 15de eeuw. De naam van het schilderijtje is ‘De verheerlijking van Maria’ en ze hangt in museum Boijmans van Beuningen, vijf minuten lopen bij mij vandaan in Rotterdam. Het paneeltje was oorspronkelijk onderdeel van een tweeluik. Het bijbehorende paneeltje laat een kruisiging van Christus zien en is te vinden in Edinburgh.

We weten door de symboliek van de beelden dat het om een beeld gaat uit de Openbaring van Johannes 12:1: En daar werd een groot geestelijk beeld zichtbaar in de hemel: een vrouw omkleed met de zon, en de maan onder haar voeten, en op haar hoofd een krans van twaalf sterrenbeelden.[1] Het is een aangrijpend verhaal dat beschrijft hoe een zwangere vrouw door een grote vuurrode draak met zeven koppen in de gaten gehouden wordt. De draak wacht het moment af dat de vrouw het kind zal baren, zodat hij het kan verslinden. Het kind wordt echter gered en bij Gods troon geplaatst. De vrouw vlucht naar de woestijn, zodat zij veilig is. In de hemel ontbrandt nu een strijd tussen de draak en Michaël. De draak delft het onderspit en moet de hemel verlaten. De draak wordt ook wel slang genoemd: duivel en satan. Woedend is de draak op aarde gekomen en probeert alsnog de macht over de vrouw te krijgen. Het verhaal gaat nog verder over meerdere beesten die door de draak macht krijgen en een troon. Een beest uit de zee en een beest uit de aarde, die de mensen weten te verleiden om zich te laten aanbidden. Het vergezicht geeft aan dat de draken en beesten overwonnen kunnen worden als de mens Christus in zich op kan nemen en werkzaam kan laten zijn.

De vrouw bekleed met de zon

In het verhaal van de Apocalypse verschijnt het beeld van de vrouw bekleed met de zon als de zevende bazuin geklonken heeft. De zon waarmee de vrouw omhuld en bekleed is, de maan als schaal onder haar voeten en de sterren in haar kroon tonen haar als een hemelse moeder, een kosmisch beeld waarbij zon, maan en sterren staan voor de wereldziel. Net als de mensenziel kent de wereldziel denken (sterren), voelen (zon) en willen (maan); deze kosmische ziel heeft een samenhang met de menselijke ziel. Het toont het geheim van het mens-zijn waarbij ieder mens in zijn ziel het evenbeeld van de wereldziel is.[2] Het kind dat door de vrouw is gebaard, symboliseert de geboorte van het ik van de mens. Dit kind zal als de Christus in de mens Jezus van Nazareth indalen en staat voor de geboorte van het ik in elk mens. Het ik dat de liefdeskracht van Christus opneemt, wordt scheppend en kan de eigen lagere krachten transformeren waardoor de mens zich door het materiële heen met de geest kan verbinden. Het eigen astraal lichaam, etherlichaam en fysieke lichaam worden in toekomstige ontwikkelingsfasen omgevormd door dit doorchristelijkte ik zodat een nieuwe mens zich  kan ontwikkelen.

Dit beeld  binnen het inwijdingsverhaal geeft ons twee vooruitzichten. Het wijst op de overgang naar de bewustzijnsziel, waardoor de mens van onze huidige tijd een nieuwe geestelijk stap zal kunnen maken en het geeft een vooruitblik op wat de belofte is voor de mensheid in een veel verdere toekomst.

Ook kan het schouwen van dit beeld inzicht geven in de werking van het kwaad, dat onlosmakelijk met de ontwikkeling van het ik verbonden is. De ontwikkeling van het ik wordt ‘geholpen’ door het kwaad. Juist door de ontmoeting met het kwaad kan het bewustzijn toenemen en ontstaat de mogelijkheid om een eigen keus, die vrij is, te maken en verantwoordelijkheid te dragen. Dat is geen eenvoudige opgave om door het ontwikkelen van een vrije wil als mens medeschepper te kunnen worden.

Aspecten van het kwaad

In het inwijdingsverhaal van de Apocalypse wordt het kwaad op verschillende wijzen in drie achtereenvolgende stadia beschreven. Zo wordt als eerste een nog hemels beeld beschreven met een vuurrode draak met zeven hoofden en tien hoornen en zeven diademen op zijn hoofden. Bij de strijd die vervolgens in de hemel plaatsvindt tussen Michaël en de grote draak, de oeroude slang die heet Lucifer en Satanas, wordt de draak met zijn engelen uit de hemel op aarde geworpen. De draak strijdt nu op aarde verder tegen de mensen. In het derde beeld dat Johannes schouwt over het kwaad worden twee beesten beschreven; een beest uit de zee dat aanbeden zal worden door alle bewoners van de aarde die niet met hun naam in het boek van het Levens zijn geschreven en een beest uit de aarde dat twee hoorns heeft zoals het Lam en het mensengetal 666 draagt. De draken en beesten laten zien dat ook het kwaad een ontwikkeling kent; zij zijn van de hemel naar de aarde verbannen.

Het eerste beeld over de strijd in de hemel gaat over Lucifer die door Michaël uit de hemel verstoten wordt naar de aarde. Daarmee is de strijd niet afgelopen maar gaat verder op aarde. Op aarde is ook een ander kwaad aanwezig, het beest uit zee, de gedaante van Ahriman. De invloed en werking van het kwaad in de gedaanten van Lucifer en Ahriman zijn door hogere geestelijke wezens ingezet om de weg naar vrijheid voor de mens mogelijk te maken. Dat gebeurde voor de luciferische krachten in een tijd van de ontwikkeling van de gewaarwordingsziel en voor de ahrimanische krachten in een later stadium van de ontwikkeling van de verstands-gemoedsziel.[3] Lucifer en Ahriman behoren zo tot de menselijke natuur. Lucifer wil de mens vervroegd en versneld los maken van de aarde en vergeestelijken. In de ziel uit hij zich als dweepzucht en overmoed. Ahriman wil de mens ketenen aan de materie en macht over de mens verkrijgen; de mens komt tot verstarring. In de ziel wordt angst ervaren. Ieder mens krijgt hier bewust of onbewust mee te maken en kan dit niet uit de weg gaan. Deze aanwezigheid van het kwaad valt buiten de verantwoordelijkheid van de mens en wordt in die zin “onophoudelijk  verzacht  door de aanwezigheid van Christus in ons.” [4] In het christelijke midden is dit kwaad geïntegreerd en in evenwicht.                                                                                                                                                                   

Het kwaad van het beest dat uit de aarde komt, Sorat en de Asoera’s, heeft zijn werking op de bewustzijnsziel. Zij zijn niet verankerd in de mens; de mens verbindt zich met hen in vrijheid. De geestkrachten van de Asoera’s zijn in de ontwikkeling op een boosaardig pad geraakt; de mens betaalt een hoge prijs als hij zich met hen inlaat. Een prijs die kan leiden tot vernietiging en versplintering van het ik. Lievegoed beschrijft in ‘Het goede doen in de 21e eeuw’, hoe de Asoera’s uit zijn op de vernietiging van de wereld en zich verzetten tegen ontwikkeling; ze werken in op de angst van de mens en leren de mens om vernietiging bewust in te zetten. Sorat, het beest uit de aarde, is de directe bestrijder van Christus, die zich sinds Golgotha met de aarde verbonden heeft; deze anti-christ beheerst mensen door zwarte magie. Sorat en de Asoera’s zetten in op vernietiging van het leven.

Het beeld van de draak aan de voeten van de vrouw in de afbeelding valt in het niet bij al deze kwaadaardigheid. Het draakje is zichtbaar in het licht en het boezemt ons zeker geen angst meer in. Dat roept even de vraag op wat de schilder in gedachten had toen hij dit beeld schilderde. Is het een tijdsbeeld van de late middeleeuwen waar ook de titel ‘De verheerlijking van Maria’ naar verwijst? Of wil hij het beeld van het Nieuwe Jeruzalem benadrukken door de draak zo teer en als het ware verlost af te beelden? Wat hij ook beoogde, zeker is dat we in onze tijd te midden van de strijd om het kwaad staan. Bovenal vraagt dat de Christus impuls in ons te herkennen waardoor we liefde kunnen ontwikkelen om deze scheppend werkzaam te laten zijn. Het kwaad dat nodig is voor onze ontwikkeling kunnen we zo bestrijden en bevrijden, zowel in onszelf als daarbuiten.  

Sociale betrekkingen

In de strijd die wij voeren om de ontwikkeling van ons ik gaat het niet alleen om ons eigen ik. Het gaat ook om de sociale betrekkingen van het ene ik tot het andere ik, waarbij de opgave is het eigen ego los te laten om ruimte te geven aan het ik en het lot van de ander. Dat verwijst naar een toekomst waar een nieuwe gemeenschap, waarin de broederlijkheid centraal staat, vorm kan krijgen. Op de afbeelding zijn kringen van engelen herkenbaar; engelen zijn in het nieuwe testament en ook in de Apocalypse vaak boodschappers. In ‘Hoe werken de engelen in ons astraal lichaam?’[5] beschrijft Steiner hoe de engelen iedere nacht werkzaam zijn om een afdruk van de toekomstige mens in ons astraal lichaam achter te laten. Dit kan in het sociale leiden tot een werkelijke interesse in het geheim van de andere mens en het besef dat ieder mens een geestelijk wezen is. Het besef dat niet alleen de mens een geestelijk wezen is maar ook de wereld als zodanig geestelijk is, is een ander belang. Een derde is dat de mens inzicht krijgt dat de christusimpuls leidt tot volledige religieuze vrijheid in ieder mens. Het belang van deze werkplaats van de engelen, die zich nu nog in het onbewuste van de mensen voltrekt, is dat de bewustzijnsziel hier een verhouding toe krijgt. De mens zal zich in de huidige tijd bewust een relatie tot deze werkzaamheid van de engelen moeten vinden zodat hij zelf bij kan gaan dragen aan het bewustzijn van de werkelijkheid van een geestelijke wereld.  

Aandacht

De vrouw op het paneeltje heeft een deemoedige houding en straalt aandacht en toewijding uit, niet alleen voor het kind dat spartelt in haar armen maar ook voor het draakje aan haar voeten. Het ontroert me iedere keer weer als ik haar zie. Deze innerlijke houding van aandacht, voor zowel het kind als de draak, is een sleutel voor hoe we in onze tijd tot bewustzijn kunnen komen.  

Wat is aandacht eigenlijk? Aandacht kan onderscheiden worden in diverse betekenissen. De eerste is een instrumentele betekenis die aandacht kan hebben om tot een goed begrip te komen van wat er speelt in een situatie. De tweede is aandacht vanuit een meer inhoudelijk-immanente betekenis; deze kan tot uitdrukking komen in erkenning, gezien worden. Een derde betekenis van aandacht is dat we ons zo met ons wezen kunnen inleven, in liefde verbinden met een ander of een situatie, dat een dieper zijn van de ander zichtbaar wordt. Andries Baart, die de presentietheorie ontwikkelde, noemt dit ‘een aandacht die gegeven of geschonken wordt die in beginsel liefdevol en voorzichtig is.’[6]  In werkelijke aandacht is de liefde opgenomen en verlicht en verwarmd hetgeen waargenomen wordt. We kunnen een ‘open’ aandacht ontwikkelen; een aandacht die niet direct op iets gericht is maar voortdurend waarnemend aanwezig is.

Onze eigen draken

Onze tijd kent haar eigen draken en beesten. Er zijn draken die ons steeds meer verleiden om met protocollen, regels en controle te werken, die de nadruk op de kloktijd[7] leggen, waardoor we steeds meer in minder tijd moeten doen en steeds minder tijd hebben voor echt menselijk contact, die verleiden om alles vanuit economisch nuttigheidsperspectief te zien. Hierdoor kunnen we langzaam steeds meer van onszelf en onze omgeving vervreemd raken, vaak zonder dat we er erg in hebben.

Die vervreemding wordt ook door het verslavende gebruik  van sociale media gevoed. De onware beelden die ons verleiden tot een maakbare mens, die ons weghalen van onze eigen opgave en voortdurend een appèl doen op wie we niet zijn. We zijn op een onwerkelijke wijze op het internet met elkaar verbonden en worden gemanipuleerd via data over ons die opgeslagen worden. Die data vormen ons alsof we dat zijn.                                                                                                                                         

Ook zien we draken in de verschrikkingen die we als mensen elkaar en de aarde aandoen; we hoeven alleen maar aan Syrië te denken of aan de uitbuiting van de aarde door hoe we voor eigen gewin de aarde uitputten. De vernietiging van mens en aarde is in volle gang. Onlangs zag ik The Mauritanien, een film die gebaseerd is op het Guantanamo dagboek van Mohamedou Ould Slahi. Iemand die 15 jaar gevangen heeft gezeten in Guantanomo Bay zonder rechtspraak, zonder bewijs. Door 70 dagen fysiek en psychisch dagelijks uren achtereen gemarteld te zijn, bekende hij dat hij iets met de aanslagen van 2001 in New York te maken gehad zou hebben. Hij was echter onschuldig. Het zijn maar enkele voorbeelden van het kwaad dat werkzaam is.

Soms lijkt het kwaad alles overheersend. Het is goed te beseffen, hoewel ik er hier verder niet op in zal gaan, dat er overal mensen te vinden zijn, individueel en in groepen, die zich met initiatiefkracht en liefde richten op het goede. Het is belangrijk om aandacht voor dit goede te hebben en ons niet alleen door het kwaad te laten bezetten.

Durven handelen

Als we innerlijk enigszins in evenwicht willen blijven in het tumult van onze tijd, zullen we zowel de goede krachten als de kwade krachten met aandacht en liefde in de ogen moeten zien, zodat er licht op kan schijnen. Durven en willen we dat? Alleen zo kunnen we inzicht verkrijgen in wat er werkzaam is en kunnen we met dit bewustzijn komen tot handelen. Handelen vraagt moed, omdat we vaak pas achteraf weten of we het goede gedaan hebben. Naast de werkzaamheid van Michaël die ons steunt om inzicht en moed te ontwikkelen voor het handelen,  is er een andere aartsengel die met Michaël samenwerkt. Dat is Rafaël. Volgens Lievegoed kunnen we het kwaad slechts bestrijden en bevrijden als we in staat zijn liefde te ontwikkelen voor ontwikkeling. Liefde voor de mensheid, liefde voor de aarde om ons heen, voor ons eigen hoger wezen, voor de cultuur – liefde voor wat in de toekomst mogelijk zal zijn. En in dit alles, liefde voor ontwikkeling op zichzelf. Dat is het ware wezen van Rafaël, liefde voor ontwikkeling. [8] Die liefde kunnen we ontwikkelen door de Christusimpuls in ons ik op te nemen.

Dat is waartoe het beeld van deze vrouw op kan roepen. Het scholen van de moed om het goede te doen voor mens en aarde zodat de ontwikkeling naar een nieuwe mens en aarde toekomst wordt. Dat is wat de Apocalypse doen vraagt.


[1] Vertaling Kees Zoeteman, zie fragment 33 in de spiraal van deze website

[2] E. Bock, De Apocalypse, de tekenen des tijds in de Openbaring van Johannes, p. 126

[3] Lees verder in R. Steiner, Het kwaad in mens en wereld, De drievoudige gestalte van het kwaad, Lucifer, Ahriman, Asoera’s, 2009, Pentagram (voordracht Steiner van 22 Maart 1909)

[4] R. Steiner, De strijd om het mens-zijn, aspecten van het kwaad, stichting Rudolf Steiner Vertalingen, Christofoor, 2014, p.228

[5] Voordracht van Rudolf Steiner Zürich, 9 oktober 1918 Uit: Der Tod als Lebenswandlung (GA 182)

[6] A.J. Baart, Aandacht, Etudes in presentie. Utrecht: Lemma, 2004,p.21

[7] Joke Hermsen maakt in haar boeken ‘Stil de tijd’ en ‘Windstilte van de ziel’ onderscheid tussen de kloktijd en de innerlijke tijd. Zij baseert zich daarbij op Bergson, een Franse filosoof, die de kloktijd ziet als tijd met alleen praktisch nut; deze tijd verloopt lineair met gelijke tijdseenheden. In tegenstelling tot de innerlijke tijd die als we rust nemen, stilte creëren, los durven laten ons tot nieuwe gedachten brengt en inspiratie. Die ons scheppend maakt.

[8] B.C.J.  Lievegoed, Het goede doen in de 21e eeuw, Christofoor, 2017, p.77

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.