Kees Zoeteman
Carin Anderson (info: 06-46064661 en https://carinanderson.nl/), geboren in 1959 te Groningen, gaf 17 oktober 2020 een expositie van ca 30 schilderijen die zij de afgelopen 15 jaar heeft gemaakt waarbij het thema Tussen licht en duisternis in doorleefde warme kleuren en fijnzinnige vormen door haar wordt getoond. Zij wil met haar schilderijen appelleren aan de universele ontwikkelingsweg die in ieder mens verborgen ligt. De drempelervaring tussen licht en donker, verbeeld in onderstaand schilderij, heeft op mij misschien wel de meeste indruk gemaakt.

Ontmoeting voor het Licht , acryl op doek, Carin Anderson
Maar mijn interesse ging in het bijzonder uit naar de twee schilderijen die zij over de Apocalypse heeft gemaakt, waarbij zij zich vooral door de tekst van Johannes wilde laten leiden.
Ergens een weg ingaan
Zij begon haar introductie op 17 oktober met een levendige beschrijving van haar manier van werken.
‘Wat ik doe, ik zet een schilderij op uit een twee- of drieklank van kleuren, zoals okers en blauwtinten, daar bouw ik een sfeer mee op. Ik voel dat dit mijn voedingsbodem is. Gaandeweg als ik die lagen heb aangebracht, verdiep ik de kleur en breng het in beweging. Ik zie het door elkaar schuiven van lagen en het gaan ontstaan van transparantie. Je voelt al dat je er een beetje in naar binnen kunt gaan.
Je hebt een onderwerp wel in je en je weet waar je naar toe wilt, maar je weet nog niet de weg ernaartoe. Dat is jouw spanningsveld waar jij je tussen begeeft. Er ontstaat chaos, je legt het opzij, je laat het even los, pakt het weer op en op een moment gaat er toch een ordening komen. Iets gaat uit een abstracte omgeving zich steeds meer uitspreken, een vormentaal ontstaat, een compositie. Die elementen moet je goed op elkaar afstemmen en die compositie gaat jou de weg wijzen. Eerst heb je veel aan een beeld gegeven, maar dan draait er iets. Het beeld komt langzamerhand naar jou toe. Iets komt even dichterbij. Dat kan je naar je toe trekken. Je komt in de ruimte die je opbouwt terecht. Als dat lukt, dat is mijn geluksmoment, daar doe je het voor. Dat ontstaat door het samenspel en het afstemmen. Het zoekproces is ergens een weg ingaan. Een voorwaarde is dat er voldoende stilte aanwezig is. Er is stilte nodig om je positie te bepalen of weer even terug te gaan en dat je de dynamiek weer zoekt en weer focus geeft. In een schilderij speelt zich een stukje levensweg af waar alle aspecten van licht en duister in gaan zitten.’

Carin Anderson geeft uitleg over haar manier van werken, in het Vreedehuis te Den Haag, 17 oktober 2020
Waarom twee schilderijen over de Apocalypse?
Carin heeft twee schilderijen over de Apocalypse gemaakt, het zogenaamde eerste en derde grote zegel. Het eerste grote zegel verbeeldt de Mensenzoon te midden van zeven kandelaars (Op.1: 12-20) en het tweede grote zegel beschrijft het openen van de (kleine) zegels van het boek op de schoot van de op de troon gezetene en de daarmee verbonden beelden van de vier ruiters op resp. een wit, rood, zwart en vaal paard (Op. 6:1-7). Carin heeft ze in 2007 geschilderd en ze sindsdien op haar atelier laten staan.
‘Ik durf ze niet zomaar overal op te hangen. Ik ben slecht erin om ze te tonen. Ik schilder ze. Ik denk, o ja nu moet ik ze ergens laten zien. Maar ik ben dan allang weer met wat anders bezig. Ik wilde eigenlijk alle zegels, maar het zijn bijzondere teksten die je goed moet bestuderen en waar je je toe moet zetten.’
Als ik suggereer dat deze twee schilderijen het begin zijn van een verdere reis die ze gaat maken, antwoordt ze:
‘Als ik daartoe kom. Je moet het open laten, je moet de tekst openen, voorzichtig ontmantelen, je kan niet iets openen wat voor jou nog gesloten is.’
Wat was de aanleiding voor dit derde zegel nadat je het eerste had gemaakt?
‘Als je dat leest dan komt het op je af!’
Ze heeft de meest tot haar verbeelding sprekende zegels dus als eerste uitgewerkt.
De Mensenzoon
Dit schilderij van het eerste zegel is het visioen van de Mensenzoon waarmee de Apocalypse begint. Johannes is in de grot te Patmos.
‘Zo’n proloog spreekt geweldig tot de verbeelding. Je bent in de warmte van de aarde van Patmos, dat heb ik onderaan het doek afgebeeld. Vandaar stijg je in de warmte op, in de Alfa en Omega, en daar boven omheen kom je in een grote duisternis, waar het licht uitkomt. Maar dat licht is gelaagd, zo komt het naar je toe. Dit is een deel van het visioen dat Johannes heeft gehad in de grot. Hij staat hier op de warme aarde van Patmos met daar rechts de adelaar in de buurt. Daar komt een lichtgestalte op hem toe met de zeven kandelaars van lichtschalen om hem heen en het snijdende zwaard uit zijn mond. Het sneeuwwitte licht is erom heen met een sjerp, hij loopt op hete kolen bijna en draagt een ring om zijn rechterhand met zeven planeettekens, zoals dat beschreven staat. Daar moet ik mij aan houden. Dit is een voorbeeld waar ik mij heb gehouden aan de tekst. Mijn toevoeging is dat ik dat etherkleed heb laten stromen en dat heb laten verbinden met de aarde. Je ziet hier de gelaagdheid in het licht, in de etherwereld. Ik heb een altaar geschilderd waar het licht op afdaalt en het zich ook nog verbindt met de aarde.’
En zie ik daar naast Johannes nog een vrouwelijke gestalte afgebeeld? Is dat de schilderes die met Johannes meekijkt? Of Maria?

Het eerste zegel, Carin Anderson, acryl op doek, 2007
De vier apocalyptische ruiters
Salvador Dali heeft dit thema van de vier apocalyptische ruiters ook gekozen in een litho uit 1970 stammend.

Salvador Dali, Horseman of the apocalypse, litho, 1970
Het verschil met het werk van Carin Anderson is dat de paarden en hun ruiters bij Dali van links naar rechts in het beeld galopperen, het beeld is een en al kleurrijke beweging. In het doek van Carin wordt een heel andere sfeer opgeroepen, waarin het licht de hoofdrol speelt en de beweging niet op een afstand wordt gadegeslagen, maar recht op je als kijker afkomt. Ook hier heeft ze geprobeerd dicht bij de tekst te blijven.
‘Het witte paard wordt het meest sterk beteugeld met zijn kroon en boog, het komt recht op ons af. Met een grote lichtvaart komt het op ons af en je moet echt sterk staan en harmonisch zijn om overeind te blijven. Daarnaast de ruiter met de sikkel in zijn hand op het rode paard dat bijna niet te beteugelen is, het komt de hoek om suizen en de lucht snuift uit zijn bek op ons af. Het zwarte paard, donker zwart silhouet met de weegschaal, met het meten en wegen, dat is ook een facet binnen ons zinnengebied. En daarnaast het vale paard, het meest vieze gifgroene paard, de ruiter een bijna skeletachtige menselijke gestalte. Het is de mens met zijn verslavingen en laat donkere kanten zien waar we afhankelijk zijn geworden. Hij draagt wel een zwaard. Is eigenlijk een lege huls geworden. Daar zie je een vierklank ontstaan, een drieklank van drie kleuren met als vierde de duisternis daarachter, zodat het licht nog sterker op je af kan komen, waar alles in balans komt. Het zijn eigenlijk drie tijdperken waar we als mens doorheen zijn gegaan maar ook de drie zielekwaliteiten die daar zijn afgebeeld.

Het derde zegel, Carin Anderson, acryl op doek, 2007
Op zondagmiddag 1 november 2020 tussen 1 en 4 uur is er opnieuw een rondleiding door de kunstenares. Nu maar hopen dat de andere zegels ook nog door haar geopend gaan worden.
0 reacties