Overdenkingen rond de dood als geschenk

14 juni 2020 | Apocalypse in discussie, Blog | 0 Reacties

Kees Zoeteman

De dood zo lang mogelijk uitstellen, is ons devies ook al kost dat soms veel moeite. Immers, na de dood is het afgelopen met ons bestaan. Met alles. Of op zijn minst zijn we er niet zeker van of er nog iets is na het sterven. Hoe je ook tegen de dood aankijkt, in ieder geval heb je dan geen stoffelijk lichaam meer. En wat is een leven zonder lichaam? Dat moet wel een illusie zijn, zo menen velen, niet meer dan een hersenschim. Angstig houden we de dood daarom zo lang mogelijk op afstand.

Nu kent de Apocalypse een merkwaardige passage over het doodgaan. Ik doel hierbij niet op de ruiter op het vierde paard, die verschijnt bij het openen van het vierde zegel, die de Dood wordt genoemd en die wordt gevolgd door de Hades, de onderwereld.  Maar ik denk hierbij aan de gevolgen bij het blazen van de vijfde bazuin (Op. 9:1-12, tekstfragment 27): ‘En in die dagen zullen de mensen de dood zoeken, en zullen die nooit vinden, zullen zij verlangen om te sterven en de dood zal voor hen vluchten.’

Als we onze angst voor de dood nu eens niet alles laten wegdringen, maar ons oor te luisteren leggen bij de mystiek en de geesteswetenschap en beginnen te luisteren naar wat deze tradities zeggen over wat volgt op de dood. Wat komt ons dan tegemoet? Is de dood dan ook als een geschenk te zien? Hieronder volgen enkele overwegingen rond de drempelovergang bij het sterven. Daarbij wordt ingegaan op 1. De wachters op de drempel naar de dood; 2. De dood als bevrijding van lichamelijk lijden; 3. Angst voor de dood; 4. De dood als stap in het vereffenen van karma; 5. De dood als poort naar een spiritueel bestaan; en 6. Eeuwig leven als ideaal. Met onderstaande overwegingen wordt beslist niet beoogd een uitputtende verhandeling over een zo belangrijk en omvattend onderwerp als het sterven te presenteren. Het zijn aanzetten tot nadere meningsvorming.

De wachters op de drempel naar de dood

Sterven op Aarde is volgens de mystieke scholen tegelijk geboren worden in een andere, geestelijke, dimensie. En andersom, voor wie op Aarde wordt geboren, sterft doorgaans ons bewustzijn van de geestelijke wereld.

De mens heeft normaal gesproken altijd toegang tot het sterven. We kunnen ons leven beëindigen door te stoppen met eten, al valt dat niet mee, en bij ondraaglijk lijden kunnen we hulp bij euthanasie inroepen. In uiterste wanhoop kunnen we zelfmoord plegen. Dat maakt dat we ook bij het sterven het heft in eigen hand kunnen nemen, al weten we niet wat dit voor invloed op ons leven na de dood zal hebben, als er al zo’n post-mortem leven bestaat.

In de oudheid twijfelde men daar niet aan. Er bestond het besef dat de ingang van de wereld van de gestorvenen werd bewaakt door drempelwachters, de Schorpioen-Centaurs, zoals bij de uitleg van tekstfragment 27 is vermeld: ‘… in de Aeneas van Virgillius worden Centaurs genoemd als bewakers bij de ingang van de onderwereld. In Egypte is de god met de hondenkop, Anubis, dodenrechter en drempelwachter bij de onderwereld. De Schorpioen-Centaurs aan de poort van de Hades weigeren de goddeloze mensen de toegang tot de onderwereld. Deze drempelwachters kwellen de mensen vijf maanden omdat de onderwereld regio in de dierenriem vijf maandsterrenbeelden omvat van Schorpioen tot aan Vissen’. Deze tekst suggereert dat we dan wel onszelf het leven kunnen benemen, maar dat we daarmee nog niet de wachters op de drempelovergang naar het rijk van de doden zijn gepasseerd. De ‘goddeloze’ mens wordt de toegang tot de wereld van de doden een tijd lang ontzegd. Zo’n ziel zou noch in een stoffelijk lichaam leven, noch zijn reis in de dodenwereld kunnen beginnen. Wat wordt nu precies met deze Centaur drempelwachters bedoeld?

Een verrassend licht laat Rudolf Steiner op deze kwestie schijnen in een lezingenreeks te Dornach in december 1917 (GA 179, p.71 e.v.). Daarin geeft hij aan dat ieder mens een Centaur (half mens-half paard) in zich draagt.     

Centaur, schilderij aan de noordzijde van de kleine koepel van het eerste Goetheanum. Bron: Urs Schwendener (ed.): Anthroposophy – an encyclopedia in 14 volumes, volume 5, p. 251.

Op etherisch niveau draagt ieder mens het hoofd van een tweede persoon in zich, en tot dit hoofd behoort ook het lichaam van een dier. ‘Dit is een etherische waarheid. Dit hoofd is veel wijzer dan ons fysieke hoofd, maar tegelijk is deze Centaur uitgerust met een lichaam vol dierlijke wilde instincten.’ Dat deze Centaur als de wachter op de drempel naar de dood verschijnt, duidt erop dat deze gepasseerd moet worden om in de wereld van de doden te kunnen komen, dat wil zeggen dat het etherlichaam eerst moet worden opgelost, moet worden losgelaten. ‘En in de wereld tussen dood en nieuwe geboorte wordt dit wilde etherische lichaam vervolgens getemd en omgevormd tot het fysieke hoofd met de zintuigen in het volgende leven,’ voegt Steiner eraan toe.

Deze uitleg plaatst de Centaur als wachter in een heel ander daglicht dan je zou verwachten. De Centaur als etherisch wezen in ieder van ons kan pas gepasseerd worden bij het sterven als deze etherische tweede persoon kan oplossen. Kennelijk kan de overledene zonder dit oplossen niet verder reizen in de geestelijke wereld. En het verlangen om te sterven, het lijden, is daarbij een weg om alsnog het etherlichaam los te kunnen laten. Althans, dat dit een functie van het lijden is, wordt aangegeven in de volgende paragraaf.       

De dood als bevrijding van lichamelijk lijden

De overgang van het leven naar de dood is vaak moeizaam. Lange tijd voor het feitelijke uitblazen van de laatste adem kan het leven zwaar worden door pijn of door afnemend vermogen om de eigen persoonlijkheid door het steeds gebrekkiger functionerende lichaam te laten stralen. Dit lijden of deze ontmenselijking proberen artsen met medicijnen te verzachten. Voor de stervende, en voor nabestaanden, is het dan een verlichting als de dood het lijden en de aftakeling stopt. Dan moet voor lief genomen worden dat het sterven een definitief einde van het fysieke leven is. Dat alleen de herinnering blijft. Dat de balans van het persoonlijke leven niet meer verandert, en alleen het eindresultaat nog kan worden opgemaakt.

Velen verwachten dat het sterven minder moeilijk te accepteren wordt als iemand gelooft in een leven na de dood. In de mystiek is de continuïteit van het bestaan immers uitgangspunt. Of dit makkelijker omgaan met het sterven ook optreedt, zal echter afhangen van het gelouterd zijn van de mens die gaat overlijden. 

De overgang van de stoffelijke naar de geestelijke wereld omvat een verfijnde reeks van processen waar nog weinig van bekend is en bijna niets over wordt geweten in de reguliere gezondheidszorg, al is er inmiddels een uitgebreide literatuur over spirituele ervaringen tijdens het sterven. Een voorbeeld. Marieke de Vrij, een helderziende en heldervoelende vrouw, vermeldt op haar website https://devrijemare.nl in diverse artikelen over haar waarnemingen bij het sterven. Daarbij geeft zij aan dat de pijn bij het sterven ook een opschonende functie heeft. ‘Via de pijn die het lichaam draagt worden namelijk de traumatische energieën, niet verwerkte zaken, verdriet, dat wat niet uitgeschreid is, altijd mee losgeklopt en ontladen… waardoor het zielslichaam steeds ijler en lichter wordt en in een hogere lichtfrequentie komt… Als dit proces een natuurlijk verloop mag hebben en diegene natuurlijk overlijdt, heeft deze het zielslichaam zo geschoond van overbodige ballast, dat de overgang naar de onstoffelijke wereld plaats vindt in een hele lichte frequentie van de ziel… Op het moment dat vroegtijdig ingegrepen wordt door euthanasie … en als je dan overlijdt en je hebt niet losgelaten hier, dan reizen alle onverwerkte processen mee naar de onstoffelijke wereld en dient men het daar op een andersoortige manier tot inzicht te brengen…’ (https://devrijemare.nl/wp-content/uploads/2015/06/07_artikel__euthanasie_en_de_ziel_2009.pdf).

Het lijden bij het sterven heeft volgens haar dus nog een betekenis, is onderdeel van het als ziel ‘schoon’ de aarde verlaten, de wachters bij de ingang van het dodenrijk passeren en de reis in de geestelijke wereld met een zo schoon mogelijke lei beginnen. 

Angst voor de dood

Angst voor de dood heeft een verkrampende werking op ons als individu en als samenleving. Angst is een werktuig van de apocalyptische Apollyon en Goethe’s Mefistofeles. Met angst kunnen vrije mensen worden onderdrukt en kan het maatschappelijke leven worden bevroren. Angst verlamt het beoordelingsvermogen van het ik en brengt grote aantallen mensen terug naar groepsgedrag dat de overheid of een andere autoriteit afdwingt. Angst doodt niet zozeer het lichaam maar de zelfstandigheid van het ik in de mens. Uit angst isoleert men zichzelf en wendt men zich af van de vreemdeling. Wat rest is overlevingsdrang en het redden van het vege lijf. Angst is het resultaat van de afwezigheid van liefde. Als we de angst om te sterven kunnen loslaten, wordt de kans groter dat we langer leven. Bijvoorbeeld omdat ons immuunsysteem vitaler blijft, omdat we flexibeler op veranderingen reageren, en omdat we naast risico’s ook kansen zien.

De dood als stap in het vereffenen van karma

In India wordt de mening breed gedeeld dat we op Aarde zijn om ons karma uit vorige levens op te lossen. Karma ontstaat wanneer emoties zich hechten aan een gedachte, een woord of een handeling (bijvoorbeeld: Mohanji, 2011, The Power of Purity, GuruLight, www.gurulight.com, p. 167). Bij karma kunnen we denken aan onrecht of lijden dat we een ander hebben aangedaan en waarover tijdens ons leven na de dood het verlangen is ontstaan dit weer goed te maken. Rudolf Steiner geeft een abstractere omschrijving: karma is het terugkeren van een werking tot het wezen waarvan de werking is uitgegaan (Openbaring van het karma, lezing 16 mei 1910, Hamburg, GA 120). Mohanji stelt: ‘De ziel navigeert automatisch naar het platform waar het de vormen van karma die het meevoert kan afleggen (p.35).’ Het leven is een voortdurend streven door mensen om hun opgebouwde karma weer op te lossen, omdat dit alleen tijdens het leven op Aarde kan en omdat dit noodzakelijk is om onze evolutie te vervolgen. Lijden, ziekte en sterven zijn hierbij mogelijkheden om karma te vereffenen. Steiner wijst bij ziekten in dit verband op twee verschillende vormen.

Enerzijds zijn er de verleidingen van een losbandige levenswijze, het volgen van onze begeerten. Deze verleiding komt ons vanuit ons innerlijk tegemoet. Het is de werking van Lucifer in onze ziel, die zich na de dood omvormt tot een aanleg in het volgende leven in het astrale lichaam tot ontsteking- en infectieziekten, zoals longontsteking.  Het zijn pijnlijke ziekten, waarbij het astrale lichaam extra wakker en actief is. Het doormaken van zo’n ‘luciferische’ ziekte brengt dan een vereffening van de gevoeligheid voor bepaalde begeertes teweeg en een hogere morele kwaliteit. De pijn die de ziekte begeleidt, is de werking die de te grote luciferische invloed kan helpen neutraliseren.

Andere karmische ziekte-oorzaken kunnen liggen in het volgen van dwalingen door leugens en onwaarheden. Deze verleiding komt op ons toe vanuit de buitenwereld. Het is de werking van Ahriman, die het etherlichaam infecteert. Dergelijke ‘ahrimanische’ ziekte-oorzaken worden in een volgend leven tot een aanleg voor ziekten waarbij de zelfstandige oordeelsvorming (het Ik) in de mens wordt versterkt waarmee de oorzaken van dergelijke ziekten kunnen worden overwonnen. Het etherlichaam dringt bij deze ziekten te diep binnen in een orgaan waardoor dit niet goed meer functioneert. Het hogere doel hiervan is vanuit een te materialistisch en illusionair geworden wereldbeeld de terugweg naar de geestelijke wereld te vinden.  Leverziekten zijn hier een voorbeeld van.

Ziekte en sterven zijn, volgens Steiner, dan ook geschenken aan de mens om de voor zijn geestelijke ontwikkeling schadelijke invloeden van Lucifer en Ahriman te overwinnen. Dit perspectief kan uiteraard alleen gelden als het inzicht van de continuïteit van bewustzijn door de levens heen wordt gedeeld.

De dood als poort naar een spiritueel bestaan

Uit de hiervoor gegeven voorbeelden komt een mensbeeld naar voren van de mens als een geestelijk wezen dat ritmisch onderduikt in een fysiek bestaan om zich te vervolmaken totdat het incarneren niet langer noodzakelijk is en de mens als geest zich weer verenigt met zijn oerbeeld, de mens zoals God hem als geest en beeld van zichzelf schiep. Over dat spirituele bestaan is in de mystieke scholen veel bekend. Te veel om hier systematisch op te noemen. Kort gezegd vinden daar ontwikkelingen plaats die de menselijke ziel helpen zich verder te vervolmaken door de ervaringen van het afgelopen leven zodanig om te vormen dat ze in een volgend leven tot de passende ervaringen en groeimogelijkheden kunnen leiden, zonder de vrije wil van de mens aan te tasten. In de geestelijke wereld kan de mens naar zichzelf en zijn omgeving leren kijken zonder de inwerking van Lucifer en Ahriman, zonder de overweldiging door begeerten en de verduistering door onwaarheid. En daaruit komen de impulsen voort om in het volgende leven zich verder te ontwikkelen. Als de mens niet zou sterven en niet de toegang tot de geesteswereld zou krijgen, betekent dit een stagnatie van zijn geestelijke ontwikkeling. En hier raken we aan de essentie van onze tegenwoordige tijd: het steeds geraffineerder verhinderen van de evolutie van de mens tot een goddelijk geestelijk wezen, tot wat de Apocalypse ‘koningen in het nieuwe Jeruzalem’ noemt. Kunnen we niet meer op een natuurlijke manier sterven en geboren worden, dan staat onze geestelijke evolutie op het spel.        

Eeuwig leven als ideaal

Hoe nobel het streven van de gezondheidswetenschap ook is om onze ziekten te voorkomen en te genezen, het ideaal van het ‘eeuwig leven’ moet niet als een materialistisch ideaal worden nagestreefd. Het eeuwige leven is een geestelijk ideaal. Wordt het eeuwige leven vertaald in materialistische zin, zodat we allemaal recht menen te hebben op een door de overheid gegarandeerd gezond leven van 100, 200, ja later misschien wel 1000 jaar, dan wordt het leven van een zegen tot een vloek. De arts mag een patiënt dan niet laten overlijden omdat dit als een falen van zijn of haar kunnen wordt gezien en leidt tot rechtszaken met enorme schadevergoedingsclaims. Ook nu is die druk al merkbaar in de manier waarop overheden met het risico van het sterven aan het corona virus omgaan. Het laatste wat een overheid in een jaar voor de verkiezingen wil, is overkomen als een overheid die slordig omgaat met de gezondheid van ouderen. Daarvoor wordt zelfs de heilige koe van economische groei geofferd. Voor het verlengen van de gezonde levensjaren worden grote economische offers gebracht. Er lijkt ook geen alternatief te bestaan voor het streven naar langer leven. De vraag waartoe iemand langer zou moeten kunnen leven, wordt in de politiek niet gesteld. Hoe langer hoe beter, zo simpel is het voor de meeste Nederlanders. Er is tegenwoordig wel de discussie over het mogen beëindigen van een leven als de betreffende mens zijn of haar leven als voltooid beschouwd, ook wanneer er niet van een dodelijke ziekte sprake is. Vanuit spiritueel oogpunt is dit een merkwaardige kwestie omdat het leven vanzelf zal stoppen als er voor de mens niets meer te leren valt. Zelf beslissen over het voltooid zijn van je leven zou in het licht van het voorgaande gezien kunnen worden als het saboteren van je levensopdracht.

Veel discussies rond het sterven worden in deze tijd louter vanuit materialistisch standpunt beoordeeld. Of het nu om voltooid leven gaat of over orgaandonatie, -waarbij het stervensproces ernstig wordt verstoord door vitale organen uit te nemen en de dood te versnellen-, of over euthanasie, de gevolgen voor de geestelijke processen bij de drempelovergang blijven daarbij buiten beeld. Dit is een steeds gruwelijker realiteit aan het worden.

Een ander voorbeeld is het gebruik van bepaalde medicijnen. De eerder genoemde Marieke de Vrij (https://devrijemare.nl/wp-content/uploads/2016/10/Ongewone-depressie.pdf) geeft in gesprek met artsen aan dat bepaalde medicijnen letterlijk het effect hebben dat in de Apocalypse al ter sprake kwam: het niet kunnen overlijden en binnentreden in de wereld van de overledenen. Zij noemt dit het optreden van een ongewone depressie. Een dergelijke ongewone depressie is ‘een depressie die gekoppeld is aan de mens die had mogen overlijden, maar niet kan overlijden, doordat er conserverende bijwerkingen zijn van medicatie. Normaal gesproken heeft de ziel weet van de betekenis van het leven. De geest wordt gevitaliseerd om te doen waarvoor hij ten diepste op Aarde is. Ieder mens doorloopt hierin zijn persoonlijke ontwikkelingsgang. Mensen die nog uitdaging voelen, al is het lichaam ziek en zwak, hebben een prikkel om verder te leven, want de ziel ziet potentie voor lering. Echter als de ziele-opdracht klaar is, is de betekenis van het leven opgehouden te bestaan en ontvangt de ziel geen prikkel meer voor verdere doorleving. De persoon heeft geen oprichtingskracht meer. Als de ziel vervolgens toch nog gedwongen wordt het lichaam langdurig te bewonen, dan voelt deze ziel zich gekluisterd in het lichaam. De psyche van de persoonlijkheid verandert in sterke mate. Dat veroorzaakt een ongewone depressie. Deze is heel anders van aard dan een depressie tijdens de rest van het leven. Bij mensen met een ongewone depressie huist uitzichtloosheid tot in de diepste vezels van de persoonlijkheid. Het is het ultieme niets, waar niets meer uit geboren kan worden. … Normaal komt een depressie aan om weer betekenis te ervaren in jezelf. Je hoopt dat het weer eens zonnig wordt of leuker of dat er iets anders gebeurt. Deze mensen kennen dat niet meer. Het is klaar. Het is een soort voortdurend neerslaande depressie. Dat vervormt de waarneming van de werkelijkheid. Men gaat alles zien vanuit deze inkleuring.’

Bij dergelijke situaties blijft de mens weliswaar langer leven, maar fysiek leven zonder geestelijk te leven heeft geen eeuwigheidswaarde. Alles moet worden belicht vanuit het geestelijke perspectief dat het leven met de dood niet is afgelopen. Onze gezondheidshandelingen bij het sterven moeten worden beoordeeld vanuit de vraag of zij de evolutie van de stervende mens werkelijk dienen. Dan wordt het sterven weer tot geschenk.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.