Kees Zoeteman
De tentoonstelling Façade van Igor Mitoraj in Museum Beelden aan Zee in Den Haag (19 juni 2021-6 februari 2022) maakte een overweldigende indruk op me.

Igor Motoraj, Ikaro alato (2000) en Ikaria (1987), brons; Museum Beelden aan Zee (foto Kees Zoeteman)
Hoewel de tentoonstelling geen directe aanknopingspunten biedt voor een veronderstelling dat Mitoraj in zijn leven zich heeft bezig gehouden met de Apocalypse, is zijn werk gemaakt vanuit een belevingswereld die naadloos aansluit bij de beeldentaal van de Apocalypse. Aan het slot van dit stuk zal ik dat illustreren, met uiteraard de uitdrukkelijke vermelding dat dit inleg van mij is en niet opzet van zijn kant.
Mitoraj werd 26 maart 1944 geboren in Oederan, Saksen. Dat ligt in de omgeving van Leipzig en Dresden, in het hart van Hitler’s Derde Rijk. Zijn geboorte was het resultaat van een korte liefde tussen zijn moeder Zofia Makina, die vanuit Polen naar een nazi werkkamp in Oederan was gedeporteerd en een krijgsgevangen genomen Fransman, die diende bij het Vreemdelingenlegioen. In Oederan waren meerdere werkkampen voor het vervaardigen van munitie en voor de Audi autofabrieken. Hier werkten zowel Joden, die afkomstig waren uit concentratiekampen, als krijgsgevangenen. Igor Mitoraj werd als kind Jerzy genoemd, naar zijn Franse vader George. Zijn ouders gingen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ieder naar hun eigen vaderland terug. Zo belandde hij als baby met zijn moeder bij zijn Poolse grootouders in de omgeving van Krakau, waar hij zijn jeugd doorbracht. Zijn moeder trouwde met een nieuwe relatie en nam net als haar zoon diens naam Mitoraj aan. Hij ging van 1963-1968 schilderkunst studeren aan de Academie voor Beeldende Kunst in Krakau bij Tadeusz Kantor, die hem stimuleerde om internationaal zijn vleugels uit te slaan. Daarop vertrok hij in 1968 naar Parijs, mede met als plan om naar zijn biologische vader te gaan zoeken. Hij vond diens adres, maar had nooit fysiek contact met hem.[1] Hij verkoos op eigen kracht zich als immigrant een bestaan in Parijs op te bouwen. Met zijn besluit naar Parijs te gaan veranderde hij ook zijn voornaam in die van Igor.[2] Na een reis van een jaar naar Mexico rond 1973-1974 besloot hij zich geheel aan de beeldhouwkunst te wijden en hield hij zijn eerste succesvolle tentoonstelling in Parijs in 1976 waar zijn nog kleine beelden snel verkocht werden. Daarna werd zijn werk internationaal een succes en nam het steeds monumentaler vormen aan. Hij opende ook een atelier in Pietrasanta, vlakbij de beroemde marmergroeve in Carrara, Italië. Hij stierf in 2014 in Parijs, 70 jaar oud.

Mitoraj in zijn atelier in Pietrasanta (https://www.igormitoraj.com/en/igor-mitoraj)
Enkele typische kenmerken
Hoewel zijn beelden wat betreft hun schoonheid sterk doen denken aan de hoogtepunten uit de Griekse en Romeinse beeldhouwkunst, beoogt Mitoraj met zijn fragmentarische benadering van de afgebeelde personages en goden wezenlijk nieuwe elementen toe te voegen. Geen enkel beeld is volmaakt. Delen worden weg gelaten en voorzien van vierkante imprints. Ook zijn vooral in de beginperiode veel beelden omwikkeld met bandages. In de loop van de tijd heeft hij hier wel enige uitleg over gegeven.[3]
Over de ambiguïteit van schoonheid en verval in zijn werk merkt hij op: “The idea of beauty is ambiguous, a double-edged sword that can easily hurt you, causing pain and torture. My art is an example of this dichotomy: mesmerizing perfection attached to corrupted imperfection.” Zou de wortel voor deze kant van zijn werk zijn gelegen in zijn eerste levensjaren, vraag je je af. De al dan niet onbewust gebleven barre omstandigheden waarin het gezin leefde in het werkkamp in Oederan, de scheiding van zijn ouders, de jeugdjaren in Polen, zij zouden hierachter schuil kunnen gaan.
Over de vierkante imprints heeft hij opgemerkt dat dit een verwijzing is naar de moderne kaders van de cinematografie, zoals beoefend door zijn vriend Federico Fellini, waarbinnen andere werelden zich presenteren als doorkijkjes of uitvergrotingen van eenzijdigheden, die je afhouden van het zien van het grotere geheel.
Over de omwikkeling van beelden met bandages zegt hij: “I carve blindfolded heads, bound bodies. To me, the bandages represent a kind of protection from a hostile reality. It’s a symbol of survival, a chance to live in the myth.”[4] Dit zijn allemaal aanwijzingen dat hij de grote mythes onder de aandacht wilde brengen, ze beleefbaar wilde maken en ze tegelijk wilde beschermen. De schoonheid die hij brengt wordt tegelijk kwetsbaar in onze barbaarse tijd van wereldoorlogen. Daarom verbergt hij het wonder onder de bandages of laat hij het tegelijk optredende verval zien dat een verscheurende pijn in het hart oproept. Juist door deze kenmerken van zijn werk sluit het bij de beeldentaal van de Apocalypse aan, zonder dat hij hier een expliciete verwijzing naar maakt.
Associaties met de Apocalypse
Een beeld dat indirect in verband met de Apocalypse kan worden gebracht is het hoofd van Johannes de Doper (zie voor de relatie met Johannes de schrijver van de Apocalypse de Blog over ‘Wie is de Johannes die de Apocalypse schreef?’ van 23 oktober 2021) .

Igor Mitoraj, Hoofd van Johannes de Doper in Museum Beelden aan Zee, gietijzer (foto Kees Zoeteman)
De originele marmeren versie van dit beeld van de onthoofde Johannes de Doper werd door Igor Mitoraj geschonken aan de opdrachtgevers voor het maken van twee bronzen deuren voor de kathedraal Santa Maria degli Angeli et dei Martiri in Rome. Waarom maakte Mitoraj dit beeld?
Een eventuele relatie van Mitoraj’s werk met de Apocalypse kan zoals gezegd niet op uitspraken van Mitoraj worden gebaseerd. Maar de sfeer die zijn werk oproept maakt het gemakkelijk om die twee met elkaar in verband te brengen. Het idee daartoe ontstond bij mij naar aanleiding van het grote beeld ‘Hermanos’, de Gebroeders, dat mij onmiddellijk aan de opdracht van de gemeente Filadelfia in de Apocalypse deed denken. Vervolgens probeerde ik bij de andere zes gemeenten een passend beeld te vinden uit zijn oeuvre. Voor de geestelijke opdracht van elk van die gemeenten verwijs ik naar de toelichting bij de tekstfragmenten 4 t/m 10. Tot mijn verrassing ging het vinden van typerende beelden moeiteloos. Het resultaat wordt hierna gepresenteerd.
Efeze
De gemeente Efeze verwijst naar de Oude Indische cultuur en het verlangen in die cultuur om weer één te worden met de steeds meer versluierd rakende godenwereld. Dit verlangen is in het werk van Mitoraj overal aanwezig. Een beeld dat we in het bijzonder in dat perspectief kunnen plaatsen is Conversation (1983), een schijf van wit marmer met daarop twee gezichten die achter bandages schuil gaan. Tegelijk roept de witte schijf associaties op met de volle Maan, de ‘planeet’ die met deze gemeente is verbonden, zoals ook sprak uit de verering van de Maangodin Diana/Artemis in Efeze.

Igor Mitoraj, 1983, Conversation, marmer, Museum Beelden aan Zee (foto Kees Zoeteman)
Smyrna
Smyrna verwijst naar de Oude Perzische cultuurperiode en de strijd tussen licht en duisternis. Het heen en weer pendelen tussen de werelden van licht en duisternis, hemel en aarde vinden we bij de god Hermes of Mercurius. Een hiermee verwant beeld van Mitoraj is Hermes.

Igor Mitoraj, Hermes, 2006, (https://www.artsy.net/artwork/igor-mitoraj-hermes)
Pergamon
De volgende Egyptisch-Babylonische cultuurperiode weerspiegelt zich in de gemeente Pergamon. In deze periode wordt de basis voor de uiterlijke wetenschap gelegd en de godin Venus vereerd. Het gevaar manifesteert zich tegelijkertijd dat de schoonheid kan afglijden naar decadentie.

Igor Mitoraj, Venus in marmer, 1984, (http://www.artnet.com/artists/igor-mitoraj/venus-iCzdWcblmjL84SnouNFZcw2)
Deze schoonheid en kwetsbaarheid voor verval weet Mitoraj als geen ander te treffen.
Thyatira
Met Thyatira wordt de Grieks-Romeinse cultuurperiode aangeduid. De Zon is het centrale hemellichaam voor deze periode. De zonnegod Apollo kunnen we hiermee in verband brengen en de komst van de Christus die wordt gekruisigd en de opstanding volbrengt. Een indrukwekkende gekruisigde en opgestane Christus heeft Mitoraj gemaaakt op de bronzen deur van de Santa Maria degli Angeli e dei Martiri te Rome. Het kruis dat het lichaam doorklieft is als een handtekening die de grootsheid van het Ik, het individueel zelfbewustzijn, dat geboren gaat worden, onderstreept.

Igor Mitoraj, 2006, opgestane Christus op bronzen deur van de Santa Maria degli Angeli e dei Martiri (https://www.walksinrome.com/blog/bronze-doors-by-igor-mitoraj-church-of-santa-maria-degli-angeli-rome)
Sardis
Met Sardis zijn we beland in de huidige Germaans-Angelsaksische cultuurperiode, een Mars periode waarin de in Egypte begonnen natuurwetenschap en techniek een grote vlucht nemen. Weet het menselijk zelfbewustzijn deze techniek te beheersen of wordt de mens tot slaaf van de techniek gemaakt? Geen mythologische figuur beeldt dit dilemma duidelijker uit dan Icarus, die met zijn vleugels van bijenwas tevergeefs naar de zon wil vliegen. In zijn stoutmoedig streven en overschatting van zijn vermogens heeft Mitoraj deze typische representant van onze tijd veelvuldig gebeeldhouwd. Hier zien we een Icarus die deemoedig naar de grond kijkt na de mislukking van zijn vlucht en het verlies van een vleugel. Tegelijk draagt hij de speersnede in zijn zij waarmee de gekruisigde Jezus werd gecontroleerd op het werkelijk gestorven zijn. Zal de Christus in ons opstaan of verslapen we onze roeping?

Igor Mitoraj, Ikaro alato, 2000, Museum Beelden aan Zee (foto Kees Zoeteman)
Filadelfia
De gemeente Filadelfia is het symbool voor de komende Slavische cultuurperiode van de broederschapsliefde. De god Jupiter is met deze gemeente geassocieerd. De belofte van de broederschap heeft Mitoraj uitgebeeld met het kroonjuweel van deze tentoonstelling van Museum Beelden aan Zee: Hermanos, de Gebroeders. Het zijn twee reusachtige portretten die in het centrum van de expositieruimte liggen te wachten om door ons tot leven te worden gewekt.

Igor Mitoraj, Hermanos, 2010, Museum Beelden aan Zee (foto Kees Zoeteman)
Laodicea
De zevende gemeente, Laodicea, verwijst naar een nog verdere toekomst, aangeduid als de Amerikaanse cultuurperiode. In deze periode worden de gevolgen van de eerder gemaakte morele keuzes zichtbaar. De gemakzuchtige lauwe mens wordt opgeroepen wakker te worden en voor werkelijke moraliteit te gaan. De god verbonden met deze periode is Chronos, Saturnus, de god van de tijd. Het Na-atlantische tijdperk loopt met Laodicea ten einde. Voor het laatst klinkt de oproep om ons om te keren naar de wereld van de geest en op te staan. Een vroeg beeld dat dit laatste dicht benadert is Iniziazione. Dit drukt de wilskracht uit om ondanks de vertrappende voet en de speer die in de zij is gedrukt, deze met alle beschikbare wilskracht er uit te trekken en op te staan.

Igor Mitoraj, Initiatie, 1987, Museum Beelden aan Zee (foto: Kees Zoeteman)
Zo kan, zonder dat Mitoraj een woord aan de Apocalypse wijdde, de verhaallijn van dit inwijdingsboek moeiteloos met het werk van deze majestueuze beeldhouwer worden geïllustreerd.
[1] Magdalena Howorus-Czajka DOI: http://dx.doi.org/10.18290/rh.2018.66.4-8 ROCZNIKI HUMANISTYCZNE Tom LXVI, zeszyt 4 – 2018.
[2] Constantine, C.W.V., G. Borgna, et al., 2004, Mitoraj Mercati Di Trajano, Rome, p.5.
[3] Howorus-Czajka, 2018, zie http://dx.doi.org/10.18290/rh.2018.66.4-8 ROCZNIKI HUMANISTYCZNE Tom LXVI, zeszyt 4; Constantini et al. 2004, p.32 e.a.
[4] Federico Schiaffino in https://www.whererome.com/the-myth-of-mitoraj/